5.3 Beenverbindingen

Welkom 
Pak je biologie boek en schrift en je laptop voor je.
En log in op deze Lesson Up.
📕🖊💻

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom 
Pak je biologie boek en schrift en je laptop voor je.
En log in op deze Lesson Up.
📕🖊💻

Slide 1 - Tekstslide

5.3 Beenverbindingen

Slide 2 - Tekstslide

5.3 Beenverbindingen
-Herhaling met  quiz vragen
-Leerdoelen
-Uitleg
-Aan de slag
-Afsluiten met vragen

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt er beschermd door de ribben?
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door de schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 5 - Quizvraag

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
D
Beweging en bescherming

Slide 6 - Quizvraag


Welk deel bestaat uit kraakbeen?
A
1
B
2
C
3
D
geen enkel deel

Slide 7 - Quizvraag

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 8 - Sleepvraag

Waar vind je
GEEN kraakbeen in je lichaam?
A
Het oor
B
De neus
C
De onder- en bovenkaak
D
De wervelkolom

Slide 9 - Quizvraag


Hoe heet het groen gekleurde bot?
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Heupbeen
D
Dijbeen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
been
B
kraakbeen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen been en kraakbeen?
A
In been zit meer lijmstof
B
In kraakbeen zit meer lijmstof
C
Been is buigbaarder dan kraakbeen
D
Er is geen verschil

Slide 12 - Quizvraag

Baby's hebben meer kraakbeen dan ouderen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Leerdoelen
  1.  Je kunt de vier typen beenverbindingen noemen en uitleggen.
  2. Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
  3. Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Beenverbindingen 
Er zijn vier verschillende verbindingen:
vergroeid - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 15 - Tekstslide

Vergroeid

Plek in het lichaam:
- Heiligbeen
- Staartbeen

Geen beweging mogelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding
De naden zijn kronkelig.
Er is geen beweging mogelijk. 


Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid. 
Er is dan nog een beetje beweging tussen de schedelbeenderen mogelijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribben met het borstbeen en de ruggenwervels zijn hier voorbeelden van. 
Er is weinig beweging mogelijk.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Gewrichten
Gewrichten zijn plekken waar botten bij elkaar komen, waar nog veel beweging tussen zit. 

Je hebt 3 soorten gewrichten:
  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht

Slide 20 - Tekstslide

Kogelgewricht
De kop van het bot beweegt in de kom van het andere bot. 
Voorbeelden:
schouderblad + opperarmbeen   
heupbeen + dijbeen

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Scharniergewricht
Een scharniergewricht kan botten alleen maar laten buigen of strekken. 
voorbeeld: knie, vingers

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Rolgewricht
Een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
Voorbeeld: je onderarm (spaakbeen/ellepijp) 

Er is veel beweging mogelijk

Slide 25 - Tekstslide

De bouw van een gewricht

Slide 26 - Tekstslide

Gewrichtssmeer
Tussen de kraakbeenlaagjes zit gewrichtssmeer
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de beweging soepel verloopt. 
Gewrichtssmeer wordt afgegeven door het gewrichstkapsel

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten van 5.3
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 29 - Sleepvraag

Nummer 1 is de gewrichtskogel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door gewrichten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 32 - Quizvraag

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 33 - Quizvraag

noem de 4 beenverbindingen?

Slide 34 - Woordweb

Wat is de functie van gewrichtssmeer?
A
Slijtage voorkomen
B
Splinteren voorkomen
C
Schok voorkomen
D
Soepeler laten bewegen

Slide 35 - Quizvraag

Een naadverbinding is
A
een beetje beweeglijk
B
beweeglijk
C
niet beweeglijk

Slide 36 - Quizvraag

Een kogelgewricht zit in de
A
onderarm en onderbeen
B
schouder en heup
C
opperarmbeen en ellepijp

Slide 37 - Quizvraag