3.5 week 4 Hormoonstelsel (herhalingsstof)

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beroeps specifiek DAMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een hormoon?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een andere benaming voor het hormoonstelsel?
A
ecocrienestelsel
B
endocrienestelsel
C
effectocrienestelsel
D
exocrienestelsel

Slide 9 - Quizvraag

Stelling:
I Adrenaline is een steroïdhormoon
II Het effect is binnen enkele seconde merkbaar
A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn niet juist

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar ligt de hypofyse?
A
onder hypothalamus in het Turkse zadel
B
Vlak onder de rechter long
C
Als "hoedje" op de nieren
D
In het hals gebied

Slide 17 - Quizvraag

Volgens welk werkingsprincipe werken hormonen?
A
via specifieke receptoren
B
via negatieve feedback
C
beide zijn juist
D
beide zijn niet juist

Slide 18 - Quizvraag

De hypothalamus is de ....
A
baas over de hypofyse
B
wand van de derde hersenkamer
C
wand van de middenkamer
D
bodem van de zijventrikels

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Welke hormoonklieren ken je?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Voor de opbouw van het schildklierhormoon heb je jodium nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Welke hormoon verlaagt de bloedsuikerspiegel?
A
PTH
B
glucagon
C
insuline
D
ACTH

Slide 32 - Quizvraag

Prolactine is een hormoon dat zorgt voor de melkproductie in de borsten
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de werking van het hormoon calcitonine?
A
Het verlaagt het calciumgehalte in het bloed
B
Het verhoogt het calciumgehalte in het bloed

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een struma?
A
een traag werkende schildklier
B
kleine schildklier
C
snelwerkende schildklier
D
sterk vergrote schildklier

Slide 35 - Quizvraag

Welk orgaan speelt GEEN rol in de hormoonregulatie
A
bijschildklier
B
pijnappelklier
C
bijnier
D
lever

Slide 36 - Quizvraag

Het hormoon cortisol wordt verkocht als medicijn. Wat is de naam van dit medicijn?
A
ibuprofen
B
prednison
C
thyrax
D
progesteron

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide