Thema 7: Pruiken en revolutie - Nederland en de slavernij en de afschaffing

Thema #7 De Franse revolutie 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema #7 De Franse revolutie 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is dit thema belangrijk?

De 18e eeuw staat bekend als de eeuw van Verlichting. Ik hoor je al denken: Lampen meneer? Zou je denken er ging bij mensen wel een lampje branden in deze eeuw.  Niet langer accepteerde zij een absolute vorst, ontstonden wetboeken en vrijheid voor iedereen.

Franse revolutie is belangrijk omdat wij vandaag de dag wetten hebben die die gebaseerd zijn op de waarden van de revolutie. Vrijheid en gelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 4 - Tekstslide

W.I.C
De W.I.C was net als de V.O.C een handelsbedrijf. De W.I.C handelde in het westen tussen Europa, Afrika en Amerika. 
Deze handel wordt ook wel de driehoekshandel genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

W.I.C
De W.I.C handelde onder andere in slaven, deze werden in Afrika 'gekocht'. De slaven arbeiders op de plantages in Amerika. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

W.I.C
De W.I.C gebruikte haar schepen niet alleen voor handel, maar ook voor kaapvaart: Piraterij met toestemming van de regering.

Zo werden schepen van
andere landen aangevallen 
door Nederlandse schepen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leven van een slaaf
Slaven werden naar Amerika verscheept als vee. Door ziekte en slechte voeding stierven er altijd een aantal slaven onderweg. 

Slide 10 - Tekstslide

Leven van een slaaf
Eenmaal in Amerika aangekomen werden de slaven verkocht aan plantagehouders. Deze mensen, slaven, werden gezien als levend gereedschap. 

Wanneer zij wilde vluchten of 
niet wilde werken werden 
ze hard gestraft. 

Slide 11 - Tekstslide

Slaven werden gebrandmerkt. Een gloeiendheet ijzeren stempel werd twee tellen tegen de huid van de slaaf gehouden. Aan het litteken van de brandwond kon je zien van wie de slaaf was. Slaven die naar Fort Elmina werden gebracht kregen een brandmerk met het teken van de WIC. Zij waren de nieuwe eigenaar van de slaven.
Nederlandse, Engelse, Franse, Spaanse en Portugese handelaren brachten de slaven, per schip, helemaal naar de andere kant van de oceaan. Vaak naar Curaçao en Suriname of andere koloniën in midden-amerika. De slaven die de verschrikkelijke reis overleefd hadden, gingen daar van de boot af. Ze kregen vers eten en drinken en werden opgeknapt. Daarna werden ze op een slavenmarkt verkocht.
Ruim tweehonderd jaar lang haalden
Nederlandse kooplieden mensen uit Afrika, en brachten hen per schip over naar Amerika en verder. Er werden zo'n 300 tot 600 slaven per keer vervoerd.
Er is een tijd geweest dat mensenhandel heel gewoon gevonden werd. Ook Nederlandse kooplieden hebben meegedaan aan die handel. De Nederlandse slavenhandel begon in 1621. Toen werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht.  
Dit is een plattegrond van een slavenschip. Op het plaatje zie je goed hoe dicht de mensen op elkaar moeten zitten.

Dit beeld staat in het Oosterpark in Amsterdam. Het is een monument om de afschaffing van de slavernij te herdenken. Beatrix onthulde het op 1 juli 2002. Nederland was één van de laatste landen die de slavernij afschafte. Dat was op 1 juli 1863.

Vanaf het einde van de achttiende eeuw vonden steeds meer mensen slavernij onmenselijk. Ze wilden hun ideeën verspreiden. Dat deden ze bijvoorbeeld door er boeken over te schrijven. Een heel bekend en belangrijk voorbeeld hiervan is 'De Negerhut van Oom Tom'. Dit is een Amerikaans boek uit 1852 dat gaat over het zware leven van slaven.

De slaven die de Nederlanders kochten, werden naar Fort Elmina gebracht. Dat was een fort aan de kust van Ghana in Afrika. De slaven werden daar in donkere kelders opgesloten, net zolang totdat er genoeg waren om een heel schip mee te vullen. Dan begon een vreselijke reis over zee naar Amerika.

Nederland heeft meegedaan aan de slavernij. De Nederlandse WIC heeft veel slaven gekocht in Afrika en verkocht in Zuid-Amerika. Dit waren ongeveer 500.000 slaven in totaal. In die tijd was het normaal om in slaven te handelen. Ook andere landen deden eraan mee.

Als slaaf was je het bezit van iemand en had je zelf niets te vertellen. Je moest gedwongen werken. Hoe je leefde en woonde, bepaalde je eigenaar. Vaak werd je geketend. Bijvoorbeeld met een slavenhalsband.

De meeste slaven kwamen terecht op Curaçao en in Suriname. Daar moesten ze werken op plantages. Dit zijn grote velden vol met bijvoorbeeld suikerriet, koffie- en tabaksplanten. De meeste slaven werkten daar op het veld. Maar sommige slaven werkten bij de plantagehouder in huis. Zij deden het huishouden.

Slide 12 - Tekstslide

Afschaffing slavernij 
 Aan het einde van de achttiende eeuw (1700-1800) begon er van verschillende kanten kritiek te komen op de slavernij. Dit kwam door de ideeën van de Verlichting over vrijheid en gelijkheid. 

Abolitionisme: Beweging tot afschaffing van slavernij 

Slide 13 - Tekstslide

Afschaffing slavernij 
Engeland was een van de eerste landen in 1833 die de slavernij afschafte. In Nederland gebeurde dit pas op 1 juli 1863. 
Dit wordt ieder jaar gevierd en dat feest heet Keti Koti:‘de gebroken ketenen’.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Nederland en de slavernij
  • Afschaffing

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 17 - Tekstslide