Vb herkansing Nederlands

Deze les
Herhalen we de informatie voor de herkansing Nederlands
Hebben we een paar quizvragen
Maken we opdrachten uit oude examens
Beantwoorden we al jullie vragen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Herhalen we de informatie voor de herkansing Nederlands
Hebben we een paar quizvragen
Maken we opdrachten uit oude examens
Beantwoorden we al jullie vragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat ging fout bij het examen?
- Niet goed lezen.
- Te veel woorden gebruikt, maximum 6, 10, 20 of 40?
- Bij de e-mail: onderwerp/titel vergeten, geen alinea-indeling.
Tekstdoel niet goed ingeschat.

Slide 17 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft een artikel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent een zinsgedeelte?
A
De hele zin citeren
B
Een woord uit een zin opschrijven
C
Een deel van de zin overnemen
D
Maximaal drie woorden noteren

Slide 19 - Quizvraag

Wat hoort NIET in een samenvatting?

Slide 20 - Woordweb

Betoog
Artikel
Leesboek
Advertentie
Aansporen
Overtuigen
Amuseren
Informeren

Slide 21 - Sleepvraag

Wat zet je bij het onderwerp van een e-mail?
A
Hele zin
B
Een of twee treffende woorden
C
Maximaal drie passende woorden
D
Minimaal vijf woorden, geen zin

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel tijd heb je bij je examen, als je geen tijdverlenging hebt?
A
Twee uur
B
Twee lesuren
C
Tweeënhalf uur
D
Eén uur

Slide 23 - Quizvraag

Hoe spel je het onderstaand woord correct?
A
intervieuw
B
interview
C
inter vieuw
D
inter view

Slide 24 - Quizvraag

Een leerling mag maximaal 40 woorden gebruiken bij een antwoord op een vraag van 2 punten. Hij gebruikt 41 woorden, hoeveel punten?
A
0 punten
B
1 punt
C
2 punten
D
3 punten

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de spelfout?
A
meneer van Hertum
B
enigszins
C
enthousiast
D
e-mailen

Slide 26 - Quizvraag

Hoe zorg je dat je bij de schrijfopdracht alle inhoudelijke punten in je tekst zet?
A
Markeer de punten op vragenblad
B
Tel de woorden
C
Werk gestructureerd
D
Schrijf (deels) de inhoudspunten over

Slide 27 - Quizvraag

Welke onderdeel wil je extra oefenen?
Zakelijke e-mail
Samenvattingsvraag
Advertentievraag (tekst 3)
Leestekst met vragen
Zakelijke brief
Ingezonden stuk
Artikel schrijven

Slide 28 - Poll

Kijk in de eindexamenbundel
Maak de vragen bij 2018, tijdvak 1, tekst 3, de advertenties.
Vragen: 13, 14, 15, 16.

Slide 29 - Tekstslide

Vragen?

Slide 30 - Tekstslide