Spelling 1b sterke ww

Spelling 3.8
Leg je boek/ laptop/ schrift op tafel
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling 3.8
Leg je boek/ laptop/ schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het einde van de les..
- kun je de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen
- kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een sterk werkwoord?
A
De klank verandert in de verleden tijd
B
De klank verandert niet in de verleden tijd

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een sterk werkwoord?
A
schilderen
B
roepen

Slide 4 - Quizvraag

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank. 
- leer/leerde(n)                     -fiets/fietste(n)
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel van klank.
- verliezen/verloor              - slaap/sliep

Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Wil je weten of eindigt op een -d of -t?
Kijk naar het hele werkwoord.
floot of flood? -> floten -> -t

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Soms moet je een extra letter toevoegen:
- kat = katten
Soms moet je een letter weglaten:
- muur = muren
Soms moet je een letter veranderen:
- neus = neuzen

Slide 7 - Tekstslide

Maken 3.8


Opdracht 1 t/m 11


Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

Slide 9 - Tekstslide

Slaan

Slide 10 - Woordweb

Sterke werkwoorden

Slide 11 - Woordweb

Avontuur

Slide 12 - Woordweb

Bal

Slide 13 - Woordweb