Economie 3GT 5.4 Als je zonder werk zit.

5.4 Als je zonder werk zit
Terugblik les 5.1, 5.2 en 5.3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.4 Als je zonder werk zit
Terugblik les 5.1, 5.2 en 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertaire sector
Quataire sector
Landbouw
Visserij
Winning van grondstoffen
Industrie
Bouw
Bakker
Hema
Bank ING
Albert heijn
Onderwijs
Ziekenhuizen
Overheid

Slide 2 - Sleepvraag

Bij welke productiesectoren horen deze bedrijven en instellingen?
Primaire sector
Secundaire sector
Tertaire sector
Quataire sector
Autorijschool 
Bloemenkwekerij
Fietsenfabriek 
Middelbare school

Slide 3 - Sleepvraag

Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

In een eenmanszaak werkt maar één persoon?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Johannes en Joachim hebben samen een ijssalon. Ze hebben samen de leiding en er zijn geen aandelen uitgegeven.
Voor welke ondernemingsvorm hebben ze gekozen? Kies het juiste antwoord.
A
Vennootschap onder firma
B
Eenmanszaak
C
Naamloze vennootschap
D
Besloten vennootschap

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer behoor je tot de beroepsbevolking?
A
Tussen de 12 en 65 jaar
B
Tussen de 15 en pensioenleeftijd
C
Tussen de 16 en pensioenleeftijd
D
Tussen 18 en 67 jaar

Slide 7 - Quizvraag

5.4 Als je zonder werk zit
Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.

- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
- Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
- Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.



Slide 8 - Tekstslide

Zonder werk
Je bent officieel werkloos als je
tussen de 15 en de pensioenleeftijd bent geen baan hebt actief naar werk zoekt.

Werkloosheid ontstaat
als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag ernaar.

Slide 9 - Tekstslide

Wat werkloosheid met je doet
Werkloosheid heeft grote invloed op je leven:


- Het contact met collega’s verdwijnt
- Je kunt je nutteloos voelen
- Je inkomen daalt
- Je moet misschien verhuizen.

Slide 10 - Tekstslide

Waardoor ontstaat werkloosheid?
A
Werkloosheid ontstaat als de vraag van werk groter is dan de vraag ernaar.
B
Werkloosheid ontstaat als het aanbod van werk groter is dan de aanbod ernaar.
C
Werkloosheid ontstaat als het vraag van werk groter is dan de aanbod ernaar.
D
Werkloosheid ontstaat als het aanbod van werk groter is dan de vraag ernaar.

Slide 11 - Quizvraag

UWV
Als je werkloos bent, kun je je inschrijven bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen)

Het UWV is een overheidsinstelling die:
  • Je helpt met het zoeken naar een nieuwe baan.
beoordeelt of
  • Je recht hebt op een WW-uitkering.

  • Geregistreerde werkloosheid: Werklozen die zijn ingeschreven bij het UWV 
  • Verborgen werkloosheid: Als werklozen zich niet inschrijven bij het UWV 



Slide 12 - Tekstslide

Met wat helpt het UWV?
Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
Je helpt met het zoeken naar een nieuwe baan.
B
Een banenmarkt organiseren.
C
Andere uitkeringen regelen zoals een AOW-uitkering.
D
Je recht hebt op een WW-uitkering.

Slide 13 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid: 
Vraagkant van de economie
1. Koopkracht daalt
2. De vraag naar producten daalt
3. Bedrijven verkopen minder
4. Er wordt minder geproduceerd
5. Conjuncturele werkloosheid



Slide 14 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid: gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie, bijvoorbeeld:
  • Robots nemen mensenwerk over
  • Bedrijven gaan in lagelonenlanden   produceren.
  • Personeel heeft niet de juiste opleiding   voor de vacatures die er zijn
  • Bedrijven stoppen met het maken van   verouderde producten


Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar: conjuncturele werkloosheid is een gevolg van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht. Dit is meestal tijdelijk.
Waar
Niet waar

Slide 16 - Poll

Soorten werkloosheid
Frictiewerkloosheid: kortdurende werkloosheid omdat je tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

Seizoenwerkloosheid: werkloosheid die ontstaat als werk alleen in een bepaald deel van het jaar gedaan kan worden.

Regionale werkloosheid: werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is dan gemiddeld in het land.



Slide 17 - Tekstslide

Koppel de juiste tekst met de goede soort werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale werkloosheid
kortdurende werkloosheid omdat je tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.
werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is dan gemiddeld in het land.
werkloosheid die ontstaat als werk alleen in een bepaald deel van het jaar gedaan kan worden.

Slide 18 - Sleepvraag

Opdrachten/huiswerk
Blz. 142, 143, 144 en 145.
2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en 12.

Slide 19 - Tekstslide

https://play.blooket.com/play

Slide 20 - Tekstslide