Grammatik voltooid deelwoord + haben / sein Kapitel 2

Grammatik voltooid deelwoord
voltooid deelwoord + haben, sein
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Grammatik voltooid deelwoord
voltooid deelwoord + haben, sein

Slide 1 - Tekstslide

- Het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden maak ik: ge + stam van het ww + t = gemacht
- Het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden waarvan de stam eindigt op -d/-t is het: ge + stam van het ww + ET = gewartet
- Eindigt het werkwoord op -ieren (fotografieren), dan ook stam + t = fotografiert
- Elk voltooid deelwoord schrijf ik met het hulpwerkwoord haben of sein. Het volt. dw. komt dan aan het einde van de zin, bijv:
Ich habe schon lange studiert
- Bij werkwoorden zoals atmen, rechnen, regnen krijg je → 
ge + atm + et, ge + rechn + et, ge + regn + et

Slide 2 - Tekstslide

Perfekt von:
kaufen

Slide 3 - Open vraag

Perfekt von:
studieren

Slide 4 - Open vraag

Perfekt von:
antworten

Slide 5 - Open vraag

Perfekt von:
machen

Slide 6 - Open vraag

Perfekt von:
atmen

Slide 7 - Open vraag

Perfekt von:
reden

Slide 8 - Open vraag

Perfekt von:
leben

Slide 9 - Open vraag

Perfekt von:
warten

Slide 10 - Open vraag

Perfekt von:
buchstabieren

Slide 11 - Open vraag

Vertaling:
ik heb

Slide 12 - Open vraag

Vertaling:
jij hebt

Slide 13 - Open vraag

Vertaling:
hij/zij/het heeft

Slide 14 - Open vraag

Vertaling:
u heeft

Slide 15 - Open vraag

Vertaling:
jij bent

Slide 16 - Open vraag

Vertaling:
wij zijn

Slide 17 - Open vraag

Vertaling:
jullie zijn

Slide 18 - Open vraag

Vertaling:
u bent

Slide 19 - Open vraag

Vertaling:
zij hebben

Slide 20 - Open vraag

Vertaling:
ik ben

Slide 21 - Open vraag


Slide 22 - Open vraag