In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 13.3 Transport
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Welkom
Nieuwe stof uitleg :
'13.3 Transport'
Aan de slag/huiswerk
- Maak deze LessonUp
- Maak de werkboekopdrachten
- Practica osmose / diffusie
Klassikale afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe stoffen in het lichaam van insecten vervoerd worden.
2. Je kunt beschrijven hoe stoffen in het lichaam van vissen vervoerd worden.
3. Je kunt uitleggen hoe stoffen in planten vervoerd worden.
4. Je kunt uitleggen hoe water in planten kan stromen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
De tracheeën (vervoer van lucht met zuurstof naar cellen - en koolstofdioxide van cellen naar buiten) zijn blauw gekleurd.
Bloed van insecten vervoert geen zuurstof en CO2. Bevat geen hemoglobine. Bloed vervoert wel: voedingsstoffen en afvalstoffen.
Plaatje hiernaast:
Blauw - tracheeën
Rood - bloedvatenstelsel, 1 bloedvat en een hart
Slide 5 - Tekstslide
Hartkamers samentrekken, stroomt bloed van achter naar voren. In de kop gaat het bloed uit het bloedvat en stroomt vrij door het lichaam. = open bloedsomloop
Slide 6 - Tekstslide
1. Hart pompt bloed naar de kieuwen.
2 In kieuwen gaat zuurstof vanuit water in het bloed
3. Zuurstofrijke bloed stroomt vanaf kieuwen naar alle andere organen. Daar gaat zuurstof vanuit het bloed naar de cellen.
4. Vanuit verteringsstelsel komen voedingsstoffen in het bloed.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven
Slide 10 - Sleepvraag
Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.
A
A:water
B: meest
B
A:water
B:minste
C
A:opgeloste stoffen
B:meeste
D
A:opgeloste stoffen
B:minste
Slide 11 - Quizvraag
de concentratie opgeloste stoffen in de cel is ..... dan daarbuiten. (de cel is gekrompen)
A
lager
B
even hoog
C
hoger
Slide 12 - Quizvraag
Planten
turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse
Celwand is doorlaatbaar voor water én opgeloste stoffen
Bij celmembraan kan water naar binnen of naar buiten
opgeloste stof trekt water aan
Slide 13 - Tekstslide
Planten
Turgor: celmembraan drukt tegen de celwand.
De cel is stevig en rekt iets uit
Plasmolyse: De celmembraan laat los van de celwand
Slide 14 - Tekstslide
Als je sla in een bak water legt wordt het steviger, in dressing juist slapper. Leg uit hoe dit komt.
Slide 15 - Open vraag
Petra maakt zoutoplossingen met oplopende concentraties. Ze weet niet meer of ze dit van links naar rechts of andersom had gedaan. Ze stopt frietjes van gelijke lengte in de bekers. De frietjes in de linker beker zijn het langst. Was hier de zoutconcentratie hoog of laag?
A
laag
B
kun je niet weten
C
hoog
Slide 16 - Quizvraag
Wortelharen om water op te nemen
Slide 17 - Tekstslide
Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport
Slide 18 - Quizvraag
Vaatbundels
'pijpleidingen'
van de plant
Houtvaten
Bastvaten
Slide 19 - Tekstslide
Bastvaten
vervoeren water en organische stoffen
van blad naar de rest van de plant
liggen aan de buitenkant van een vaatbundel.
Slide 20 - Tekstslide
Houtvaten
Vervoeren water en mineralen van wortel naar blad
dikke celwanden
grote openingen
water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping
Slide 21 - Tekstslide
Maximum hoogte boom
De worteldruk, verdamping en capillaire werking kennen een maximum. Dit houdt in dat er ook een fysiek maximum zit aan de hoogte van een boom. Dit is ca. 130 meter. Hoger kan een boom niet worden.
Slide 22 - Tekstslide
Samenvatting
De stengel verbindt de wortels met de bladeren
Water (en opgeloste stoffen) moeten van de wortel naar de bladeren
Voedingsstoffen die gemaakt zij bij de fotosynthese moeten van de bladeren naar de wortels (en andere delen bv. vruchten en zaden)
Door de hele plant lopen transportbuisjes
We noemen dit vaten
Deze vaten zitten in groepjes bij elkaar ....
..... vaatbundels.
Het transport gaat dus in twee richtingen
Van beneden naar boven ....
..... water en mineralen via houtvaten
Van boven naar beneden ....
.... glucose en water via bastvaten
Slide 23 - Tekstslide
Diffusie
Diffusie
Slide 24 - Tekstslide
osmose: patat in demiwater/kraanwater/ zoutoplossing
osmose apparaat met membraan
Slide 25 - Tekstslide
Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 13.3 in de klas LessonUp.
2. Maak de werkboekvragen
opdr. 1 t/m 7
Kijk het na! Zie studiewijzer voor het nakijkmodel. Dan word je echt beter!