Transportsystemen Basisstof 1

Thema 4: Transport
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Transport

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen: Basisstof 1: Transportsystemmen 
  • Je kunt beschrijven hoe opname, transport en afgifte van water met daarin opgeloste stoffen plaatsvindt in planten
  • Je kunt verschillende circulatiesystemen herkennen en de functies van de bloedsomloop benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Slide 3 - Sleepvraag

epidermis
dekweefsel: sluit af
cuticula: waterafstotend waslaagje

Slide 4 - Tekstslide

huidmondjes in bladeren (en groene stengels)
uitwisseling: CO2 en O2
verdamping H2O

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

parenchym
cellen met relatief dunne celwand
en specifieke functie

blad: spons en pallisade-parenchym bevatten veel bladgroenkorrels (chloroplasten).

functie?

Slide 7 - Tekstslide

Vaatbundels
'pijpleidingen' 
van de plant
Houtvaten
Bastvaten

Slide 8 - Tekstslide

Transport via de stengel
vaatbundels

Houtvat/omHoog

Bastvat/naar Beneden

Slide 9 - Tekstslide

BINAS 91
van buiten naar binnen

bastvaten (Floëem), 
houtvaten (Xyleem)

wat valt op aan: dikte celwand, grootte cel?


Slide 10 - Tekstslide

Houtvaten
  •  vervoeren water en mineralen 
 van wortel naar blad 
  •  dikke celwanden
  • grote openingen (B81A)

water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking (cohesie/adhesie krachten), verdamping

Slide 11 - Tekstslide

transport in houtvaten

transport van water en mineralen = anorrganische sapstroom vanaf wortels omhoog

stuwende kracht door:

  • verdamping via huidmondjes zorgt voor zuigkracht
  • capillaire werking, doordat het nauwe vaten zijn en het water als een 'draad' omhoog gaat cohesie/adhesie krachten
  • worteldruk: nitraat en fosfaat actief opgenomen, hierdoor hogere osmotische waarde, die water uit bodem trekt

Slide 12 - Tekstslide

Bastvaten

  •  vervoeren water en organische stoffen (sacharose) = organische sapstroom
 van blad naar de rest van de plant
  •  dunnere celwanden dan houtvaten
  • dikkere celwanden dan parenchym

waterdruk door osmose

Slide 13 - Tekstslide

samenvatting
  • De stengel verbindt de wortels met de bladeren
  • Water (en opgeloste stoffen) moeten van de wortel naar de bladeren
  • Voedingsstoffen die gemaakt zij bij de fotosynthese moeten van de bladeren naar de wortels (en andere delen bv. vruchten en zaden)

  • Door de hele plant lopen transportbuisjes
  • We noemen dit vaten
  • Deze vaten zitten in groepjes bij elkaar ....
  • ..... vaatbundels.

  • Het transport gaat dus in twee richtingen
  • Van beneden naar boven ....
  • ..... water en mineralen via houtvaten
  • Van boven naar beneden  ....
  • .... glucose en water via bastvaten

Slide 14 - Tekstslide

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Slide 15 - Sleepvraag

Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport

Slide 16 - Quizvraag

Blad

Stengel
Wortel
Verdamping
Opname 
water
Transport 
water

Slide 17 - Sleepvraag

de concentratie opgeloste stoffen in de cel is ..... dan daarbuiten. In de cel is plasmolyse opgetreden
A
lager
B
even hoog
C
hoger

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist?
A
B
C
A
A: Houtvaten B: Bastvaten C: Parenchym
B
A: Bastvaten B: Parenchym C: Houtvaten
C
A: Houtvaten B: Parenchym C: Bastvaten
D
A: Bastvaten B: Houtvaten C: Parenchym

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 20 - Quizvraag

De plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 21 - Quizvraag

Open bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop

Slide 22 - Tekstslide

Enkelvoudige bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 23 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop:
  • rechterkamer - longen - linkerboezem
  • O2 opnemen bloed (in de longen), CO2 afgeven aan lucht
Grote bloedsomloop:
  • linkerkamer - organen - rechterboezem
  • O2 en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, afvalstoffen (CO2) opnemen in bloed

Slide 24 - Tekstslide

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Haarvaten in organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 25 - Quizvraag

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 26 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 27 - Quizvraag

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine. Stroomt het bloed dan door de kleine bloedsomloop? En stroomt het bloed dan door de grote bloedsomloop?
A
Alleen door de kleine bloedsomloop
B
Alleen door de grote bloedsomloop
C
Zowel door de kleine als de grote bloedsomloop

Slide 28 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen ..... keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 29 - Quizvraag

Diffusie Hergeling
Wat is dat eigenlijk?

Waarom gebeurt dat?

Slide 30 - Tekstslide

Diffusie

Slide 31 - Tekstslide

Keuzewerktijd biologie

  1. Herhalen:
  • Diffusie
  • Osmose
  1. Leren + maken opdrachten transportsystemen
  2. Practicum 1: De bouw van een stengel en een wortel

Slide 32 - Tekstslide

Diffusie

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 34 - Video

Diffusie
Hoe versnel je dat?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Stevigheid
De buitenband is altijd luchtdoorlaatbaar
Bij de binnenband bepaalt het ventiel of er lucht in of uit de band kan.
Lucht erin zorgt voor meer druk/stevigheid

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Planten
Celwand is doorlaatbaar voor water én opgeloste stoffen

Bij celmembraan kan water naar binnen of naar buiten

Opgeloste stof trekt water aan


turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse

Slide 39 - Tekstslide

Planten
Turgor: celmembraan drukt tegen de celwand. De cel is stevig en rekt iets uit
Plasmolyse: De celmembraan laat los van de celwand
moeilijk? herhaal 1.6

turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Osmose herhaling

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

0

Slide 44 - Video