In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 13.3 Transport
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Welkom
Mededelingen
- TW 4
- activiteit donderdag
- SLB vrijdag
Uitleg :'13.3 Transport'
Aan de slag:
- Maken van Lesson Up
- Nakijken 13.1 t/m 13.3
- Maken samenvattende opdr 13.1 t/m 13.3 blz 206
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe stoffen in het lichaam van insecten vervoerd worden.
2. Je kunt beschrijven hoe stoffen in het lichaam van vissen vervoerd worden.
3. Je kunt uitleggen hoe stoffen in planten vervoerd worden.
4. Je kunt uitleggen hoe water in planten kan stromen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De tracheeën (vervoer van lucht met zuurstof naar cellen - en koolstofdioxide van cellen naar buiten) zijn blauw gekleurd.
Bloed van insecten vervoert geen zuurstof en CO2. Bevat geen hemoglobine. Bloed vervoert wel: voedingsstoffen en afvalstoffen.
Plaatje hiernaast:
Blauw - tracheeën
Rood - bloedvatenstelsel, 1 bloedvat en een hart
Slide 5 - Tekstslide
Actief transport
Passief transport
Slide 6 - Tekstslide
osmose
Osmose is diffusie van water (door een semi-permeabel membraan).
'Bij osmose stroomt het water van een gebied met een lage concentratie opgeloste stoffen naar een gebied met een hoge concentratie opgeloste stoffen'
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vaatbundels
'pijpleidingen'
van de plant
Houtvaten
Bastvaten
Slide 15 - Tekstslide
Bastvaten
vervoeren water en organische stoffen
van blad naar de rest van de plant
liggen aan de buitenkant van een vaatbundel.
Slide 16 - Tekstslide
Houtvaten
Vervoeren water en mineralen van wortel naar blad. Dus omHoog
dikke celwanden
grote openingen
water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Filmpje kijken uit de online omgeving: bastvaten en houtvaten.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 13.3 in de klas LessonUp.
2. Of maak de opdrachten van 13.3
3.
Slide 21 - Tekstslide
Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven
Slide 22 - Sleepvraag
Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.
A
A:water
B: meest
B
A:water
B:minste
C
A:opgeloste stoffen
B:meeste
D
A:opgeloste stoffen
B:minste
Slide 23 - Quizvraag
de concentratie opgeloste stoffen in de cel is ..... dan daarbuiten. (de cel is gekrompen)
A
lager
B
even hoog
C
hoger
Slide 24 - Quizvraag
Als je sla in een bak water legt wordt het steviger, in dressing juist slapper. Leg uit hoe dit komt.
Slide 25 - Open vraag
Petra maakt zoutoplossingen met oplopende concentraties. Ze weet niet meer of ze dit van links naar rechts of andersom had gedaan. Ze stopt frietjes van gelijke lengte in de bekers. De frietjes in de linker beker zijn het langst. Was hier de zoutconcentratie hoog of laag?
A
laag
B
kun je niet weten
C
hoog
Slide 26 - Quizvraag
Wortelharen om water op te nemen
Slide 27 - Tekstslide
Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport
Slide 28 - Quizvraag
Maximum hoogte boom
De worteldruk, verdamping en capillaire werking kennen een maximum. Dit houdt in dat er ook een fysiek maximum zit aan de hoogte van een boom. Dit is ca. 130 meter. Hoger kan een boom niet worden.
Slide 29 - Tekstslide
Diffusie
Diffusie
Slide 30 - Tekstslide
osmose: patat in demiwater/kraanwater/ zoutoplossing