25./26. März A2Y
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
In welke 3 situaties gebruik je de 4e naamval/Akkusativ?
Slide 4 - Open vraag
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 5 - Open vraag
Bij welk soort woorden verandert het lidwoord in de 4e naamval ten opzichte van de 1e?
A
Alleen bij mannelijke woorden
B
Alleen bij mannelijke en vrouwelijke woorden
C
Alleen bij onzijdige woorden
D
Bij alle soorten woorden
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Der Musikraum/Den Musikraum ist klein.
A
Der Musikraum
B
Den Musikraum
Slide 9 - Quizvraag
Ich mag der Musikraum/den Musikraum nicht.
A
der Musikraum
B
den Musikraum
Slide 10 - Quizvraag
Ich mag aber der Kunstraum/den Kunstraum.
A
der Kunstraum
B
den Kunstraum
Slide 11 - Quizvraag
Wie findest du der Informatikraum/den Informatikraum?
A
der Informatikraum
B
den Informatikraum
Slide 12 - Quizvraag
Und wie findest du der Schulhof/den Schulhof?
A
der Schulhof
B
den Schulhof
Slide 13 - Quizvraag
Der Schulhof/Den Schulhof ist schön und groß.
A
Der Schulhof
B
Den Schulhof
