H9 symmetrie en allerlei wiskundige figuren

Ontdek de wereld van symmetrie en hoeken in wiskunde
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van symmetrie en hoeken in wiskunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of Z hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of een Z hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of een Z-hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


hoekA1=hoekB2
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


hoekA1=hoekB1
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrische figuren
Spiegel- en draaisymmetrische figuren zijn figuren die bepaalde eigenschappen delen rondom een as of punt. Voorbeelden zijn vierkanten, cirkels en rechthoeken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiegelsymmetrisch
Draaisymmetrisch
beide

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Toepassingen in het dagelijks leven
Symmetrische figuren en hoeken komen veel voor in architectuur, kunst en design. Het begrijpen van deze concepten kan helpen bij het waarderen van deze aspecten in het dagelijks leven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeken berekenen
Bij gelijkbenige driehoeken, ruiten en parallellogrammen kun je hoeken berekenen met behulp van specifieke regels en eigenschappen van deze figuren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel gebruik je in een driehoek?
A
Hoekensom vierhoek 360 graden
B
Gestrekte hoek 180 graden
C
Hoekensom driehoek 180 graden
D
Overstaande hoeken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De figuur hiernaast is een ...
A
vierkant
B
vlieger
C
ruit
D
parallellogram

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewoon een driehoek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewone driehoek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is Hoek P2?
A
33o
B
147o
C
114o

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
rechthoekig
C
gelijkzijdig
D
gewone driehoek

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 20 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Wat is de tophoek?
A
A
B
B
C
C

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
2
B
4
C
8
D
oneindig

Slide 23 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Bestaan er driehoeken met twee rechte hoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 driehoeken
zie je hier?

A
rechthoekige driehoek & gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek & rechthoekige driehoek
C
gelijkbenige driehoek & gelijkzijdige driehoek
D
dit zijn geen driehoeken

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rechthoekige driehoeken zie ik hier?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke figuur zie je
hier?
A
vierkant
B
ruit
C
rechthoek
D
parallellogram

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen
heeft een parallellogram?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.