H9 symmetrie en allerlei wiskundige figuren

Ontdek de wereld van symmetrie en hoeken in wiskunde
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van symmetrie en hoeken in wiskunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je F en Z hoeken herkennen, wiskundige figuren identificeren die spiegel- en draaisymmetrisch zijn, en hoeken berekenen van gelijkbenige driehoeken, ruit en parallellogrammen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over symmetrische figuren en hoeken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn F en Z hoeken?
F- en Z-hoeken zijn hoeken die ontstaan wanneer twee evenwijdige lijnen een derde lijn elkaar snijden. Deze hoeken hebben specifieke eigenschappen en toepassingen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of Z hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of een Z hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het een F of een Z-hoek?
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


hoekA1=hoekB2
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


hoekA1=hoekB1
A
F-hoek
B
Z-hoek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrische figuren
Spiegel- en draaisymmetrische figuren zijn figuren die bepaalde eigenschappen delen rondom een as of punt. Voorbeelden zijn vierkanten, cirkels en rechthoeken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiegelsymmetrisch
Draaisymmetrisch
beide

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeken berekenen
Bij gelijkbenige driehoeken, ruiten en parallellogrammen kun je hoeken berekenen met behulp van specifieke regels en eigenschappen van deze figuren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve oefening
Laten we enkele symmetrische figuren bekijken en de hoeken berekenen. Gebruik de gegeven regels en eigenschappen om de juiste hoeken te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe groot is Hoek C1 in parallellogram ABCD?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe groot is Hoek B1? Laat je berekening zien.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Toepassingen in het dagelijks leven
Symmetrische figuren en hoeken komen veel voor in architectuur, kunst en design. Het begrijpen van deze concepten kan helpen bij het waarderen van deze aspecten in het dagelijks leven.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
We hebben vandaag geleerd over F en Z hoeken, symmetrische figuren en het berekenen van hoeken in verschillende wiskundige figuren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening en huiswerk
Oefen met het identificeren van symmetrische figuren en het berekenen van hoeken. Zoek in je omgeving naar voorbeelden van symmetrie en hoeken.
Nu nog wat korte quiz vragen......

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel gebruik je in een driehoek?
A
Hoekensom vierhoek 360 graden
B
Gestrekte hoek 180 graden
C
Hoekensom driehoek 180 graden
D
Overstaande hoeken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De figuur hiernaast is een ...
A
vierkant
B
vlieger
C
ruit
D
parallellogram

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewoon een driehoek

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewone driehoek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is Hoek P2?
A
33o
B
147o
C
114o

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
rechthoekig
C
gelijkzijdig
D
gewone driehoek

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 29 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Wat is de tophoek?
A
A
B
B
C
C

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
2
B
4
C
8
D
oneindig

Slide 32 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Bestaan er driehoeken met twee rechte hoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 driehoeken
zie je hier?

A
rechthoekige driehoek & gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek & rechthoekige driehoek
C
gelijkbenige driehoek & gelijkzijdige driehoek
D
dit zijn geen driehoeken

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rechthoekige driehoeken zie ik hier?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk figuur is dit?
A
Vierhoek
B
ruit
C
paralellogram
D
vlieger

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze eigenschap hoort bij
Alle zijden even lang
A
Parallellogram en ruit
B
Alleen ruit
C
Alleen parallellogram

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke figuur zie je
hier?
A
vierkant
B
ruit
C
rechthoek
D
parallellogram

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk vlakke figuur is dit?
A
Trapezium
B
Vierkant
C
Rechthoek
D
Parallellogram

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een parallellogram heeft twee evenlange overstaande zijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten
deze vierhoeken?
A
vlieger en ruit
B
vlieger en parallellogram
C
ruit en parallellogram
D
driehoek en ruit

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen
heeft een parallellogram?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 44 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 45 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 46 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.