tand les 6

tand les 6
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
TandheelkundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

tand les 6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

wat doe je met een pocketsonde
A
tandsteen voelen
B
tandsteen verwijderen
C
furcatiedefecten opsporen
D
tandplak verwijderen

Slide 12 - Quizvraag

voor welke aandoening zijn rontgenfoto's erg belangrijk
A
FCGS
B
TR
C
FeLV
D
gingivitis

Slide 13 - Quizvraag

Wat doe je met een sikkelsonde
A
fistelgangen volgen
B
tandsteen verwijderen
C
tandplak verwijderen
D
tandsteen voelen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor onder het tandvlees
A
supragingivaal
B
subgingivaal
C
buccaal
D
linguaal

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

wat doe je met een scaler
A
pocketdiepte meten
B
subginginvaal tandsteen verwijderen
C
supragingivaal tandsteen verwijderen
D
tandsteen voelen

Slide 22 - Quizvraag

Wat doe je met een excavator?
A
weefselresten verwijderen
B
supragingivaal tandsteen verwijderen
C
subgingivaal tandsteen verwijderen
D
tandsteen voelen

Slide 23 - Quizvraag

Wat doe je met een curette?
A
subgingivaal tandsteen verwijderen
B
pockets meten
C
tandsteen voelen
D
fistelgangen volgen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel druk mag je maximaal zetten met het ultrasone apparaat?
A
10 gram
B
20 gram
C
30 gram
D
15 gram

Slide 30 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je te lang op 1 tand het ultrasone apparaat gebruikt?
A
pulpanecrose
B
gingivanecrose
C
glazuur barst
D
narcose duurt te lang

Slide 31 - Quizvraag

Hoe lang mag je maximaal per tand met het ultrasone apparaat?
A
5 seconden
B
15 seconden
C
20 seconden
D
30 seconden

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Hoe lang mag je per tand polijsten?
A
5 seconde
B
10 seconde
C
15 seconde
D
20 seconde

Slide 38 - Quizvraag

welk onderdeel van de tand polijst je?
A
wortel
B
kroon
C
kroon en wortel

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

waarmee verwijder je subgingivaal tandsteen?
A
elevator
B
scaler
C
curette
D
sikkelsonde

Slide 45 - Quizvraag

Waarmee maak je een tand los?
A
scaler
B
wortelsplintertang
C
elevator
D
pocketsonde

Slide 46 - Quizvraag

Waarmee volg je fistelgangen
A
pocketsonde
B
sikkelsonde
C
scaler
D
elevator

Slide 47 - Quizvraag