Oefentoets H3 en H7
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De inkomsten van Mieke.
Mieke krijgt elke maand 250 euro zakgeld.
Daarnaast heeft ze een baantje.
Haar totale inkomsten per maand kunnen we bereken met de formule:
B = 250 + 6,70 x aantal uur.
Hoeveel verdient Mieke per uur?
Mieke krijgt elke maand 250 euro zakgeld.
Daarnaast heeft ze een baantje.
Haar totale inkomsten per maand kunnen we bereken met de formule:
B = 250 + 6,70 x aantal uur.
Hoeveel verdient Mieke per uur?
Slide 3 - Open vraag
De inkomsten van Mieke.
Mieke krijgt elke maand 250 euro zakgeld.
Daarnaast heeft ze een baantje.
Haar totale inkomsten per maand kunnen we bereken met de formule:
B = 250 + 6,70 x aantal uur.
Mieke wil elke maand sowieso 500 euro verdienen. Hoeveel uur moet ze daar voor werken?
Mieke krijgt elke maand 250 euro zakgeld.
Daarnaast heeft ze een baantje.
Haar totale inkomsten per maand kunnen we bereken met de formule:
B = 250 + 6,70 x aantal uur.
Mieke wil elke maand sowieso 500 euro verdienen. Hoeveel uur moet ze daar voor werken?
Slide 4 - Open vraag
Ik ga graag dineren.
Driegangen menu kost 22,50 en
en je betaalt 3 euro per drankje.
Maak de woordformule
Driegangen menu kost 22,50 en
en je betaalt 3 euro per drankje.
Maak de woordformule
Slide 5 - Open vraag
Als Thijs 200 folders bezorgt dan verdient hij.......?
Slide 6 - Open vraag
Als startbedrag verdienen ze elk...............?
Slide 7 - Open vraag
Vul de tabel in.
Maak een foto en plaats deze hier.
Maak een foto en plaats deze hier.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het omslagpunt?
