M4 theorie examen en opdracht examenbundel

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

CSE Nederlands
  • lees- en schrijfvaardigheid
  • examen duurt 120 minuten ( 2uur)
  • leesvaardigheid: vragen/opdrachten bij een aantal teksten
  • schrijfvaardigheid: één schrijfopdracht (artikel, zakelijke brief, e-mail)

Slide 2 - Tekstslide

Je krijgt de vraag om een brief te schrijven naar een verzekeringsbedrijf. Je weet niet precies op welke afdeling je brief terechtkomt en je weet de naam van de ontvanger ook niet.
A
Beste meneer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte medewerker,
D
Mijne heren,

Slide 3 - Quizvraag

Stel je reageert met een ingezonden stuk op een artikel in de krant over een concert dat jij hebt bezocht. De schrijver schrijft daarin dat het concert echt niet de moeite waard is om te bezoeken. Jij bent het daar niet mee en daar heb je argumenten voor.
A
informeren
B
amuseren
C
tot handelen aanzetten
D
overtuigen

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de betekenis van het vetgedrukte examenwoord in de zin?
Kies het juiste antwoord. 
Citeer de kernzin van alinea 2.

A
schrijf letterlijk over
B
zeg in eigen woorden
C
onderstreep

Slide 5 - Quizvraag

Het examen Nederlands bestaat uit de volgende onderdelen:
A
Vragen bij teksten en een schrijfopdracht
B
Alleen vragen bij meerdere teksten
C
Vragen bij teksten en een samenvatting
D
Vragen over jouw boek en een samenvatting

Slide 6 - Quizvraag

citeren is het letterlijk overschrijven van een zin. Hoe mag je dat ook op het examen doen?

Slide 7 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met: 'Citeer een zinsgedeelte uit de tekst'
A
neem 1 zin uit de tekst over
B
neem 1 woord uit de tekst over
C
neem een stukje zin uit de tekst over
D
neem een paar zinnen uit de tekst over

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het woord woordgroep?

"met welke woordgroep wordt hetzelfde bedoeld als 'consumeren' "

A
een zin die je moet citeren
B
een zin in een alinea
C
de hoofdgedachte in het slot
D
twee of meer woorden die in een zin naast elkaar staan

Slide 9 - Quizvraag

donderdag 15 februari

examenbundel: tekst 5 en schrijfopdracht ( blz 93)

https://quizlet.com/483901946/live?type=classic

Slide 10 - Tekstslide

antwoorden...
Heb je de oriëntatietoets in de Examenbundel gemaakt? En wil je weten hoe je per (sub)domein hebt gescoord? Vul de antwoordmodule in. Je krijgt dan een advies met welke onderdelen uit de Examenbundel je gericht verder kunt oefenen.

mijn.examenbundel.nl

Slide 11 - Tekstslide