H6.3

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je de stof die de werking van een cosmetisch product bepalen?

Slide 2 - Open vraag

Nanomaterialen hebben afmetingen in de orde van
A
10 - 1000 nm
B
1 - 100 nm
C
1000 - 10000 nm

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Hydrofiel
Hydrofoob

Slide 21 - Sleepvraag

Hydrofiel is
A
Wateraantrekkend
B
Waterafstotend
C
Vuilafstotend
D
Vochtinbrengend

Slide 22 - Quizvraag

In water kruipen de zeepdeeltjes bij elkaar en vormen micellen.
- Verklaar waarom de zeepdeeltjes zich zo ordenen in een waterige oplossing. Gebruik in ieder geval de begrippen hydrofiel en hydrofoob in je antwoord.

Slide 23 - Open vraag

Samengevat
Een cosmetisch product bestaat uit een werkzame stof en hulpstoffen. Hulpstoffen kunnen de houdbaarheid van een product verlengen zoals antioxidanten en conserveringsmiddelen.
   

Zeep is een emulgator. 
Een zeepmolecuul in een vereenvoudigde weergave bestaat uit een kop en een staart. De staart is hydrofoob (houdt niet van water) en de kop is hydrofiel (houdt wel van water).
Als zeep wordt toegevoegd aan een emulsie van water met vet dan vormen de zeepmoleculen een micel om deeltjes vet doordat de hydrofobe staart vermengt met de vetmoleculen en de hydrofiele kop zich mengt met het water.

Slide 24 - Tekstslide

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Tekstslide

cosmetische producten
thuis? waarvoor? wanneer is het cosmetisch?

Slide 27 - Woordweb