18 maart- Lezen, luisteren en kijken CE. 1.1 t/m 1.5.

18 maart-SHV2
Wat gaan we doen vandaag?--->
  • Theorie 1.5 Feit, mening en argument. 
  • Maken opdracht 1- filmpje en vragen beantwoorden+ klassikaal bespreken
  • opdracht 2, 3 en 4 NU Nederlands 1.5. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

18 maart-SHV2
Wat gaan we doen vandaag?--->
  • Theorie 1.5 Feit, mening en argument. 
  • Maken opdracht 1- filmpje en vragen beantwoorden+ klassikaal bespreken
  • opdracht 2, 3 en 4 NU Nederlands 1.5. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les

  • kun je een voorbeeld geven van een argument en tegenargument;
  • kun je twee voorbeelden geven van een drogreden en de betekenis hiervan uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opdracht 1 van de uitgedeelde opdracht, deze bespreken we nadien klassikaal
  • Maak opdracht 2 van de uitgedeelde opdracht, deze bespreken we nadien klassikaal
  • Klaar?---> verder werken aan opdracht 3 van 1.5 Feit, mening en argument. 
  • Wanneer herkansing schrijven examen?--> vrijdag 12 april?


Slide 11 - Tekstslide

JA: je krijgt deze tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
doodsoorzaak Lucy
B
reconstructie Lucy
C
vondst skelet
D
wereldberoemd fossiel

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het doel van deze tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
overtuigen

Slide 14 - Quizvraag

Waarom kreeg het fossiel de naam Lucy?
A
Ze is vernoemd naar een nummer van de Beatles,
B
Ze is vernoemd naar de vrouw van de onderzoeker die de botten vond.
C
Ze is vernoemd naar een nummer dat werd gedraaid om moment van de vondst.
D
In het Beatles-nummer Lucy werd gezongen over de eerste oervrouw.

Slide 15 - Quizvraag

In alinea 4 staat:
'ze ontstonden onder meer door....' Waarnaar verwijst 'ze'?
A
het aapmensje
B
de breuken
C
de documentatie
D
de fossielen

Slide 16 - Quizvraag

In alinea 8 staat : 'De uitkomsten van het onderzoek door de Texaanse onderzoekers worden niet voor zoete koek geslikt.'
Wat bedoelt de schrijver hiermee?
A
Andere mensen geloofden het resultaat niet zomaar
B
Andere mensen wisten zeker dat de uitkomsten niet klopten.
C
De uitkomsten van het onderzoek verbaasden andere mensen.
D
Onderzoekers hebben andere bewijzen gevonden.

Slide 17 - Quizvraag

Om welke redenen twijfelen andere onderzoekers aan de resultaten van de Texaanse onderzoekers?
A
De meeste breuken zijn ontstaan in de afgelopen 40 jaar.
B
Er werd maar 40% van het skelet van Lucy gevonden.
C
Lucy was het klimmen verleerd, dus ze kon helemaal niet zo hoog in een boom klimmen.
D
Ze hebben zich alleen gericht op de breuken in het lichaam die ze konden koppelen aan de val.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
(kijk op je papier)
A
Amerikaanse wetenschappers ..... is gekomen.
B
Een wereldberoemd fossiel .... uit een boom.
C
Het wereldberoemde fossiel ...... is Lucy genoemd.
D
Wetenschappers denken antwoord ..... is omgekomen.

Slide 19 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
Deze tekst is ....
(kijk op je papier)
A
betrouwbaar, omdat ...AD...
B
betrouwbaar, omdat .....resultaten worden gegeven.
C
niet betrouwbaar, omdat ....uitkomst .... in twijfel....
D
niet betrouwbaar, want ...niet controleren....resultaten....

Slide 20 - Quizvraag

In de inleiding staat de vraag: Hoe is oervrouw Lucy overleden?
Wat is het antwoord volgens de onderzoeker die Lucy heeft gevonden in 1974?
A
Er is geen definitief bewijs gevonden voor de doodsoorzaak.
B
Er wordt geen antwoord op de vraag gegeven.
C
Lucy zou fatale botbreuken hebben door een vol van hoge hoogte.
D
Om er achter te komen hoe ze is overleden, is er een tijdmachine nodig.

Slide 21 - Quizvraag

18 maart- Lezen, luisteren en kijken CE. 1.1 t/m 1.4. Tekst Lucy

Slide 22 - Tekstslide