Module weer en windrichtingen les 2 (ODF)

Weer en windrichtingen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weer en windrichtingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Hoe wordt het weer voorspeld?
  2. Wat voorspellen ze allemaal?

Slide 2 - Tekstslide

Het weer voorspellen
Het weer voorspellen we door de luchtdruk, windkracht, windrichting en hoeveelheid neerslag te meten. Het meten van deze begrippen noemen we meetinstrumenten. Al deze begrippen samen heten een weerstation. Nu maken we tegenwoordig ook gebruik van satellieten in de ruimte. De beelden van die satellieten worden doorgestuurd naar de weerstations op aarde en daar kijkt het KNMI naar. Ze kunnen op deze manier ongeveer het weer 10 dagen vooruit voorspellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent luchtdruk?

Slide 4 - Open vraag

Luchtdruk
De lucht bestaat uit allemaal stofjes die wij niet kunnen zien. Deze kleine deeltjes, zoals we ze noemen zijn doorzichtig en zweven dus door de lucht. Bij scheikunde noemen we deze deeltjes ook wel moleculen. De deeltjes bewegen zich continu door de lucht. Als de moleculen tegen elkaar aanbotsen in de lucht ontstaat er luchtdruk. 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van een hoge luchtdruk
A
Als er veel moleculen in de lucht zitten
B
Als er veel deeltjes in de lucht zitten
C
Als er weinig moleculen in de lucht zitten
D
Als er weinig deeltjes in de lucht zitten

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een lage luchtdruk
A
Als er veel moleculen in de lucht zitten
B
Als er veel deeltjes in de lucht zitten
C
Als er weinig moleculen in de lucht zitten
D
Als er weinig deeltjes in de lucht zitten

Slide 7 - Quizvraag

Invloed van luchtdruk op weer
De luchtdruk heeft veel invloed op het weer. Als er sprake is van een hoge luchtdruk betekent dat vaak zonnig weer zonder regen. De vele moleculen die in de lucht zitten willen namelijk naar een gebied gaan met weinig moleculen en daarom zullen het er minder worden. De lucht zal gaan opwarmen omdat het naar de grond gaat en daardoor ontstaan er geen wolken. Bij een lage luchtdruk is dat andersom. Dat wordt de lucht kouder en kunnen er wolken ontstaan doordat er minder ruimte is voor de waterdamp. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor weer wordt het dus als er sprake is van een hoge luchtdruk?

Slide 9 - Open vraag

Wat voor weer wordt het dus als er sprake is van een lage luchtdruk?

Slide 10 - Open vraag

Luchtdruk nog even uitgelegd
https://schooltv.nl/video/luchtstromen-op-aarde-van-hoge-naar-lagedrukgebied/

Slide 11 - Tekstslide

Windkracht
Wind is lucht dat zich verplaatst. Het ontstaan van de wind heeft te maken met de luchtdruk. Doordat de moleculen van hoge luchtdruk verplaatsen naar lage luchtdruk ontstaat er wind. Hoe hoger de luchtdruk, hoe sneller de luchtdruk zich wil verplaatsen en dus hoe harder de wind. De windkracht is de snelheid van de wind. De windkracht kan variëren van 0 tot en met 12 in sterkte. Hierbij is 12 super harde wind (orkaan) en 0 helemaal geen wind. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke windkracht denk je dat er nu buiten is?

Slide 13 - Open vraag

Als het stormt dan....
A
zijn er weinig moleculen in de lucht
B
zijn er veel moleculen in de lucht

Slide 14 - Quizvraag

Windrichting
De wind kan ervoor zorgen dat het de ene dag warmer is dan de andere dag. Dit heeft te maken met de windrichting. Als de wind vanuit het zuiden komt dan zal het warmer worden en als de wind vanuit het noorden komt dan zal het kouder worden. De evenaar ligt het dichtst bij de zon en wij liggen boven de evenaar dus komt de warmte vanuit het zuiden. 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom zal de wind vanuit het noorden dan kouder zijn?

Slide 16 - Open vraag

Neerslag
Een ander woord voor regen is neerslag. Bij neerslag vallen ijskristallen of waterdruppeltjes uit de wolken. Zo zijn er verschillende vormen van neerslag: regen, miezerregen, sneeuw, hagel, mist en dauw. Deze neerslag ontstaat door de waterkringloop.

Slide 17 - Tekstslide

Welke soort regen vind jij het minst leuk?

Slide 18 - Open vraag

Waterstofkringloop

Slide 19 - Tekstslide

Andere manieren
Het KNMI maakt dus gebruik van al deze elementen en de satellieten om het weer te voorspellen. Toch zijn er ook andere manieren om het weer te meten. Namelijk dieren reageren ook op de veranderingen van het weer. Dieren nemen bijvoorbeeld als het kouder wordt maatregelen om aan voedsel te komen of gaan in winterslaap. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat denk jij? Als de wind uit het westen komt geeft dat dan goed weer of slecht weer?
A
Mooi weer
B
Slecht weer

Slide 21 - Quizvraag

Wat denk jij? Als de wind uit het oosten komt geeft dat dan goed weer of slecht weer?
A
Mooi weer
B
Slecht weer

Slide 22 - Quizvraag

Ben jij nu een echte weerman/weervrouw?

Slide 23 - Open vraag

Tot volgende week
Dan starten we met een nieuwe module!

Slide 24 - Tekstslide