OP 1 - 418QH- 28 okt (les 6) - workshop woordenschat

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

woordweetje
epibreren

Laat me even met rust, ik ben aan het ‘epibreren’.

Slide 2 - Tekstslide

Betekenis? 
  • ambtenarentaal voor ‘nietsdoen’



Waar komt het vandaan?
  • Nederlandse auteur Simon Carmiggelt hoorde van een ambtenaar die de auteur wegstuurde met de mededeling dat het 9 dagen zou kosten om zijn document te epibreren.
  • De ambtenaar bekende dat hij het woord had verzonnen om tijd te winnen bij ongeduldige klanten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Woordweetje
  2. Woordenschat-workshop
    - je kunt de betekenis van een woord achterhalen
    - je hebt met je woordenschat geoefend

  3. Taaldossier & huiswerkcontrole (luisteren taak 2 opdracht 8)
  4. Vooruitblik

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 4 - Tekstslide

Als je een woord niet begrijpt...
Lees een stukje terug of lees een stukje verder. 
 Vaak zie je:





Slide 5 - Tekstslide

vaak zie je ....

een uitleg of een omschrijving van het woord.
Ik ga heel graag naar een musical. Dat is een voorstelling waarin zowel geacteerd als gezongen wordt.

Slide 6 - Tekstslide

vaak zie je.....

een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
De juf zei: ik moet de toetsen nog corrigeren, ik hoop dat ik ze morgen heb nagekeken.

Slide 7 - Tekstslide

vaak zie je ....

een woord dat het tegenovergestelde betekent.
Vroeger was mijn opa altijd sterk en fit, nu is zijn gezondheid broos.

Slide 8 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het in het woordenboek.

Bij zelfstandige naamwoorden: je zoekt het enkelvoud en géén verkleinwoord.
jasje --> jas
piano's --> piano
kastjes --> kast
tafeltje --> tafel

Slide 9 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het woord in het woordenboek:

Bij werkwoorden zoek je naar het hele werkwoord.
gelopen --> lopen
zwommen --> zwemmen
gezongen --> zingen
toverde --> toveren

Slide 10 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het in het woordenboek

Soms zoek je de korste vorm.
goedkope --> goedkoop
zieke --> ziek
moeilijke --> moeilijk 

Slide 11 - Tekstslide

het grondwoord van computertje is

Slide 12 - Woordweb

het grondwoord van gewinkeld is

Slide 13 - Woordweb

het grondwoord van veranderden is

Slide 14 - Woordweb

het grondwoord van viooltje is

Slide 15 - Woordweb

Woordenschatquiz
Quizlet - LIVE
Telefoon nodig!

https://quizlet.com/_8x16ki?x=1jqt&i=1v8sdj

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Taaldossier + huiswerkcontrole

  •  Starttaal Compact 3F in Studiereader: 
    Lezen taak 4 opdracht 8

  •  Ondertussen HUISWERKCONTROLE:
    Luisteren taak 2 opdracht 8 = af --> anders uit examen le/lu

Slide 18 - Tekstslide

4. Vooruitblik
Huiswerk volgende keer af! (woensdag 4 november) --> zie mail
  • Lezen taak 4 opdracht 8 af (anders geen examen) 
  • Examen: 18 november! 


28-okt
Workshop Woordenschat 
Lezen taak 4 afmaken (controle!)
04-nov
Examenvoorbereiding  
Oefenexamen 3F
Taaldossier aftekenen!
18-nov
Examen lezen/luisteren 2F

Slide 19 - Tekstslide