Taalvoutjes

Welkom bij Nederlands!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Nederlands in het mbo
Anderhalf uur per week - acht? bijeenkomsten
Geen toets tussentijds
Examen per domein (vier), zelf inplannen
Waar loop je tegenaan? Breng vragen mee!
Jaar 1: basis > schrijven, spelling en grammatica
Jaar 2: domein> schrijven, spreken/gesprekken, lezen/luisteren
Boeken?!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een persoonsvorm?
A
De handelende persoon in de zin
B
Het werkwoord dat verandert
C
Iets wat gebeurd is
D
De tijdsaanduiding

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

"Als je de sommen verbeterd moeten ze wel allemaal goed zijn."
A
Er zit een fout in deze zin
B
Er zit geen fout in deze zin

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

"Hun zijn nog dommer als ons."

Hoeveel woorden zijn er fout in deze zin?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Welk van de onderstaande woorden is een correct voltooid deelwoord?
A
verhuist
B
gebeurt
C
bevestigd
D
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Welk woord is fout?
A
Na
B
word
C
dictee
D
opgegeven

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

"Hulpverleners kunnen hen niet goed bereiken."

Is het 'hen' of 'hun'?
A
hen
B
hun
C
Mag allebei

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

"Ik las dat zij zich graag vermomd."

Is vermommen hier goed vervoegd?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord is:
A
de
B
auto
C
werkt
D
goed

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

"Ploeglijding"
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Lidwoorden zijn
A
je mij ik hij zij u
B
op in aan achter
C
mijn uw jouw zijn haar
D
de het een

Slide 26 - Quizvraag












Bij deze of bij dezen?

Slide 27 - Tekstslide

Bij deze en bij dezen. Wat is de regel?
A
Mag allebei
B
Bij dezen
C
Bij deze

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

"De elf jarige knullen hadden tegen deuren getrapt ..."
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Het verslag ...... jij maakt,
moet morgen worden ingeleverd.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 31 - Quizvraag

Het meervoud van categorie is:
A
categoriën
B
categorieën

Slide 32 - Quizvraag

Ik geef ____ een cadeau
A
hen
B
hun

Slide 33 - Quizvraag

Wat wil je behandelen deze periode?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Studiewijzer Nederlands
E-mailgroep 
Aanwezigheid

Slide 37 - Tekstslide


Indeling verslag

Bronvermelding

Handige functies in Word

Slide 38 - Tekstslide

Intro opdracht:
Schrijf een brief aan mij waarin 
je je voorstelt.

Slide 39 - Tekstslide

Einde bijeenkomst 1               

Slide 40 - Tekstslide