GM2A NK Kapitel 8 D/ boek opdracht

Willkommen Mavo 2
Woche 6 - Stunde 1
Aussehen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Mavo 2
Woche 6 - Stunde 1
Aussehen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-in
  1. Ga op je plaats zitten.
  2. Leg je spullen op tafel.
  3. Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
  4. Wacht rustig tot de les begint.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... kann ich die Verben können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen benutzen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Erinnerung: Boekopdracht
  • We gaan een boek lezen: Heidi
  • Aan het eind van de periode moet je een praktische opdracht (PO) over het boek inleveren.
  • De praktische opdracht (PO) lever je via Somtoday in.
  • Deadline: 14 maart @ 23.59 uur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Wiederholung: Wortschatz
de blouse
het jack
de ketting
de rok
de trui
aanhebben
dragen
eruitzien
  • die Bluse/ die Blusen
  • die Jacke/ die Jacken
  • die Kette/ die Ketten
  • der Rock/ die Röcke
  • der Pullover/ die Pullover
  • anhaben
  • tragen
  • aussehen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Grammatik A, Seite 80

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modale hulpwerkwoorden in het Duits
1. können = kunnen
2. mögen = lusten, aardig vinden, leuk vinden
3. dürfen = mogen
4. müssen = moeten (noodzaak, wat niet anders kan)
5. sollen = moeten (de wil van iemand anders, een bevel)
6. wollen = willen
(7. wissen = weten)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modalverben im Präsens (tegenwoordige tijd)
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ich
muss
kann
will
soll
darf
mag
du
musst
kannst
willst
sollst
darfst
magst
er/sie/es
muss
kann
will
soll
darf
mag
wir
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ihr
müsst
könnt
wollt
sollt
dürft
mögt
sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
Sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Wissen' im Präsens (= tegenwoordige tijd)
wissen
ich
weiß
du
weißt
er/sie/es
weiß
wir
wissen
ihr
wisst
sie
wissen
Sie
wissen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 2 kenmerken!
1: de klank (klinker) verandert in het enkelvoud (= ich, du en er/sie/es) (behalve bij sollen!)

2: de ich- en de er/sie/es- vorm zijn gelijk en krijgen GEEN uitgang!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 19, Seite 81
  1. könnt
  2. kann
  3. dürfen
  4. darf
  5. muss
  6. muss
  7. wissen
  8. weißt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Aufgabe 22, Seite 82
  1. müssen
  2. müssen
  3. muss
  4. kann
  5. kann
  6. weiß
Hulpwerkwoorden in het Duits:
1. können = kunnen
2. mögen = lusten, aardig vinden, leuk vinden
3. dürfen = mogen
4. müssen = moeten (noodzaak, wat niet anders kan)
5. sollen = moeten (de wil van iemand anders, een bevel)
6. wollen = willen
(7. wissen = weten)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Grammatik B, Seite 83

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modalverben im Präsens (tegenwoordige tijd)
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ich
muss
kann
will
soll
darf
mag
du
musst
kannst
willst
sollst
darfst
magst
er/sie/es
muss
kann
will
soll
darf
mag
wir
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ihr
müsst
könnt
wollt
sollt
dürft
mögt
sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
Sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 24, Seite 84
  1. Mögen
  2. Magst
  3. will
  4. wollen
  5. sollt
  6. soll

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Aufgabe 25, Seite 84
  1. Mögt
  2. mag
  3. Willst
  4. sollst / musst
  5. wollen
  6. will
  7. mag
  8. soll

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Und jetzt ... lesen wir!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
Machen:
- Aufgabe 21. Seite 82
- Aufgabe 26, Seite 84/85

Lernen:
- Grammatik A + B, Seite 99/100

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies