3HV H2 Paragraaf 1 Kopen is kiezen

Hoofdstuk 2
De markt van vraag en aanbod
Paragraaf 1 Kopen is kiezen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
De markt van vraag en aanbod
Paragraaf 1 Kopen is kiezen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt met behulp van een vraaglijn de prijs en gevraagde hoeveelheid berekenen.

Je kunt uitleggen hoe en wanneer de vraag verandert en wanneer de gevraagde hoeveelheid verandert.

Slide 2 - Tekstslide

De vraag naar goederen
De vraaglijn

Lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks de consumenten bij die prijs willen kopen.

Gevraagde hoeveelheid

Aantal stuks dat de consumenten bij een bepaalde prijs wil kopen.

Slide 3 - Tekstslide

De vraag naar goederen
De vraaglijn geeft bij iedere prijs aan hoeveel stuks de consumenten bij die prijs willen kopen. En voor elke vraaglijn geldt: als de prijs daalt, willen meer consumenten het product kopen en zal de gevraagde hoeveelheid stijgen. Daarom is de vraaglijn een dalende lijn.

.

Slide 4 - Tekstslide

De vraag naar goederen
In bron 1 is de vergelijking van de vraaglijn 
Qv = –100P + 24.000


Aan het minteken in de formule zie je dat de gevraagde hoeveelheid daalt als de prijs stijgt
.

Slide 5 - Tekstslide

De vraag naar goederen
De gevraagde hoeveelheid bij een bepaalde prijs kun je naast aflezen ook berekenen met de vergelijking. 
Bijvoorbeeld: bij een prijs van € 40 was de gevraagde hoeveelheid volgens de vergelijking 
(–100 × 40) + 24.000 = 20.000 stuks. 
Als de organisatie € 40 voor een kaartje rekent, zal een deel van de fans teleurgesteld worden, want AFAS Live heeft maar plaats voor 6.000 fans ...
.

Slide 6 - Tekstslide

De vraag naar goederen
Kun je met de formule ook uitrekenen hoeveel AFAS Live kan vragen voor een kaartje wetende dat ze 6000 plaatsen hebben? 

Qv = –100P + 24.000


.
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

De vraag naar goederen
Qv = –100P + 24.000

Qv= 6.000 dus

6.000 =  -100P + 24.000
100P = - 6.000 + 24.000
100P = 18.000
P = 18.000 : 100
P = 180


.

Slide 8 - Tekstslide

Verandering langs de vraaglijn
Een vraaglijn is een verzameling prijzen met bijbehorende gevraagde hoeveelheid. 

 Bij een prijsverandering kun je dus op de vraaglijn aflezen hoeveel de gevraagde hoeveelheid verandert.

Slide 9 - Tekstslide

Verandering van de vraaglijn
Oorzaken van een verschuiving van de vraaglijn:

 
• het inkomen van de consumenten daalt of stijgt;
• de smaak van de consumenten verandert;
• het aantal consumenten daalt of stijgt;
• de prijs van een concurrent daalt of stijgt,

Slide 10 - Tekstslide

QV = Vraaglijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De vraaglijn is een ...
A
dalende lijn
B
stijgende lijn
C
horizontale lijn

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?
A
Q = -2p + 100
B
Q = 3p - 85

Slide 13 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn van verschuiving van de vraaglijn?
A
De prijs van het product zelf is gestegen
B
Het inkomen van de consument is gestegen.
C
Een concurrerend product is goedkoper geworden.
D
De kosten van de producent zijn gedaald.

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de vraaglijn hiernaast. Welke formule hoort bij deze vraaglijn?
A
Qv = -100p + 50
B
Qv = -100p + 100
C
Qv = -200p + 50
D
Qv = - 200p + 100

Slide 15 - Quizvraag