Via Vooraf - Thema 2 - moeilijke woorden

Via Vooraf - Woordenschat - thema 2 
Woorden
Schrijf het juiste woord (mét lidwoord) erbij.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Via Vooraf - Woordenschat - thema 2 
Woorden
Schrijf het juiste woord (mét lidwoord) erbij.

Slide 1 - Tekstslide

De verzorging door een dokter.

Slide 2 - Open vraag

De regels die zeggen wat je wel of niet mag eten of drinken,
bijvoorbeeld als je wilt afvallen.

Slide 3 - Open vraag

De winkel waar je medicijnen kunt (op)halen.

Slide 4 - Open vraag

Een briefje bij een medicijn waarop staat wat er in dat medicijn zit, wat het medicijn met je doet en hoe je het medicijn moet gebruiken.

Slide 5 - Open vraag

Wat je elke dag eet en wanneer je dat doet

Slide 6 - Open vraag

Of je fit bent of niet.

Slide 7 - Open vraag

Een middel tegen een ziekte, een geneesmiddel

Slide 8 - Open vraag

Hoe het met jouw lichaam gaat
(of je bijvoorbeeld ziek bent of niet).

Slide 9 - Open vraag

Dat zeg je van iemand die veel sport

Slide 10 - Open vraag

Een te hoge temperatuur van het lichaam waardoor iemand zich ziek voelt

Slide 11 - Open vraag

Dat wat je ziek maakt

Slide 12 - Open vraag

De dokter waar je altijd naartoe gaat als jij je niet goed voelt.

Slide 13 - Open vraag

Een briefje van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen.

Slide 14 - Open vraag

Op een bepaalde manier kijken of er iets met iemand aan de hand is.

Slide 15 - Open vraag

Een stof in eten en drinken die je helpt om gezond te blijven.

Slide 16 - Open vraag

Via Vooraf - Woordenschat - thema 2 
Uitdrukkingen/gezegden

Slide 17 - Tekstslide

Mijn ..... kookt
In ..... en nieren
Een ..... op iemand hebben
Door dik en ....
Een ...... in je keel hebben
oogje
hart
dun
kikker
bloed

Slide 18 - Sleepvraag

Gaan met die .......
Buiten ....... zijn
Met bloed, ......  en tranen
Als kat en ..... leven.
Tegen het zere ..... schoppen
hond
zweet
banaan
been
adem

Slide 19 - Sleepvraag

Een oogje op iemand hebben
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden

Slide 20 - Quizvraag

Als kat en hond leven
A
Met veel zin aan iets beginnen
B
Altijd ruzie met elkaar maken
C
Heel boos zijn
D
Ergens heel veel moeite voor doen

Slide 21 - Quizvraag

Door dik en dun
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden

Slide 22 - Quizvraag

Een kikker in je keel hebben
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen

Slide 23 - Quizvraag

Mijn bloed kookt
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden

Slide 24 - Quizvraag

Gaan met die banaan!
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen

Slide 25 - Quizvraag

Tegen het zere been schoppen
A
Heel boos zijn
B
Ergens heel veel moeite voor doen
C
Een pijnlijke opmerking tegen iemand maken
D
Altijd ruzie met elkaar maken

Slide 26 - Quizvraag

Buiten adem zijn
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen

Slide 27 - Quizvraag

Met bloed, zweet en tranen
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen

Slide 28 - Quizvraag

In hart en nieren
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden

Slide 29 - Quizvraag


Heel erg boos zijn
Schrijf de juiste uitdrukking op

Slide 30 - Open vraag


Ergens heel veel moeite voor doen
Schrijf de juiste uitdrukking op

Slide 31 - Open vraag


Iemand heel erg leuk vinden
Schrijf de juiste uitdrukking op

Slide 32 - Open vraag

Elkaar steunen op leuke en op minder leuke momenten
een opmerking maken over een pijnlijk onderwerp voor iemand
Heel erg boos zijn
Mijn bloed kookt
Buiten adem zijn
Door dik en dun
Tegen het zere been schoppen
In hart en nieren

Slide 33 - Sleepvraag

Iemand heel leuk vinden
Met veel zin aan iets beginnen
Altijd ruzie met elkaar hebben
Een oogje op iemand hebben
Als kat en hond leven
Een kikker in je keel hebben
Gaan met die banaan
In hart en nieren

Slide 34 - Sleepvraag