Les 3 Spreekwoorden gezondheid


Nederlands
Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
Aan het einde van deze les ken ik de betekenis van 10 spreekwoorden die met gezondheid te maken hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'Mijn bloed kookt.'?

Slide 3 - Woordweb

Mijn bloed kookt.                      
                                                                  Heel boos zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent in ''hart en nieren''?

Slide 5 - Woordweb

In hart en nieren
Heel erg
(b.v. Ik ben in hart en nieren vegetariër.)

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent 'een oog je op iemand hebben'?

Slide 7 - Woordweb

Een oogje op iemand hebben
Iemand heel leuk vinden

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent 'door dik en dun'?

Slide 9 - Woordweb

Door dik en dun
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent 'een kikker in je keel hebben'?

Slide 11 - Woordweb

Een kikker in je keel hebben
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent.

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent 'gaan met die banaan'?

Slide 13 - Woordweb

Gaan met die banaan.
Met veel zin aan iets beginnen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent 'buiten adem zijn'?

Slide 15 - Woordweb

Buiten adem zijn                   
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt.

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent 'met bloed, zweet en tranen'?

Slide 17 - Woordweb

Met bloed, zweet en tranen
Ergens heel veel moeite voor doen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent 'als een kat en hond leven'?

Slide 19 - Woordweb

 Als kat en hond leven      




Altijd ruzie met elkaar maken.

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent 'tegen het zere been schoppen'?

Slide 21 - Woordweb

Tegen het zere been schoppen
Een opmerking maken over een pijnlijk onderwerp over iemand.

Slide 22 - Tekstslide

Maak nu opdracht 5 en 6 blz. 46-49

Ga daarna verder met studiemeter thema 2.

Slide 23 - Tekstslide