Thema 2 - Gezondheid- herhaling moeilijke woorden
1 / 47
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De verzorging door een dokter.
Slide 6 - Open vraag
De regels die zeggen wat je wel of niet mag eten of drinken,
bijvoorbeeld als je wilt afvallen.
bijvoorbeeld als je wilt afvallen.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
De winkel waar je medicijnen kunt (op)halen.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Een briefje bij een medicijn waarop staat wat er in dat medicijn zit, wat het medicijn met je doet en hoe je het medicijn moet gebruiken.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat je elke dag eet en wanneer je dat doet
Slide 18 - Open vraag
Of je fit bent of niet.
Slide 19 - Open vraag
Een middel tegen een ziekte, een geneesmiddel
Slide 20 - Open vraag
Hoe het met jouw lichaam gaat
(of je bijvoorbeeld ziek bent of niet).
(of je bijvoorbeeld ziek bent of niet).
Slide 21 - Open vraag
Dat zeg je van iemand die veel sport
Slide 22 - Open vraag
Een te hoge temperatuur van het lichaam waardoor iemand zich ziek voelt
Slide 23 - Open vraag
Dat wat je ziek maakt
Slide 24 - Open vraag
De dokter waar je altijd naartoe gaat als jij je niet goed voelt.
Slide 25 - Open vraag
Een briefje van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen.
Slide 26 - Open vraag
Op een bepaalde manier kijken of er iets met iemand aan de hand is.
Slide 27 - Open vraag
Een stof in eten en drinken die je helpt om gezond te blijven.
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Mijn ..... kookt
In ..... en nieren
Een ..... op iemand hebben
Door dik en ....
Een ...... in je keel hebben
oogje
hart
dun
kikker
bloed
Slide 30 - Sleepvraag
Gaan met die .......
Buiten ....... zijn
Met bloed, ...... en tranen
Als kat en ..... leven.
Tegen het zere ..... schoppen
hond
zweet
banaan
been
adem
Slide 31 - Sleepvraag
Gaan met die banaan!
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 32 - Quizvraag
Een oogje op iemand hebben
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden
Slide 33 - Quizvraag
Als kat en hond leven
A
Met veel zin aan iets beginnen
B
Altijd ruzie met elkaar maken
C
Heel boos zijn
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 34 - Quizvraag
Door dik en dun
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden
Slide 35 - Quizvraag
Een kikker in je keel hebben
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 36 - Quizvraag
Mijn bloed kookt
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden
Slide 37 - Quizvraag
Gaan met die banaan!
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 38 - Quizvraag
Tegen het zere been schoppen
A
Heel boos zijn
B
Ergens heel veel moeite voor doen
C
Een pijnlijke opmerking tegen iemand maken
D
Altijd ruzie met elkaar maken
Slide 39 - Quizvraag
Buiten adem zijn
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 40 - Quizvraag
Met bloed, zweet en tranen
A
Niet goed kunnen praten omdat je schor bent
B
Met veel zin aan iets beginnen
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt
D
Ergens heel veel moeite voor doen
Slide 41 - Quizvraag
In hart en nieren
A
Heel boos zijn
B
Heel erg
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Iemand heel leuk vinden
Slide 42 - Quizvraag
Heel erg boos zijn
Schrijf de juiste uitdrukking op
Slide 43 - Open vraag
Ergens heel veel moeite voor doen
Schrijf de juiste uitdrukking op
Slide 44 - Open vraag
Iemand heel erg leuk vinden
Schrijf de juiste uitdrukking op
Slide 45 - Open vraag
Elkaar steunen op leuke en op minder leuke momenten
een opmerking maken over een pijnlijk onderwerp voor iemand
Heel erg boos zijn
Mijn bloed kookt
Buiten adem zijn
Door dik en dun
Tegen het zere been schoppen
In hart en nieren
Slide 46 - Sleepvraag
Iemand heel leuk vinden
Met veel zin aan iets beginnen
Altijd ruzie met elkaar hebben
Een oogje op iemand hebben
Als kat en hond leven
Een kikker in je keel hebben
Gaan met die banaan
In hart en nieren
