In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Heterogene groep
In deze groep zijn de verschillen groter. Er is bijvoorbeeld een groter leeftijdsverschil, geslacht, handicap, hobby.
Homogene groep
Dezelfde kenmerken hebben. De mensen in de groep zijn bijvoorbeeld ongeveer even oud en van hetzelfde geslacht, zoals bij een voetbalteam.
Dezelfde handicap of hobby.