Les 3 Voedselweb en -keten

Lesdoel:

Aan het einde van deze les kun je:

- de begrippen voedselketen en voedselweb beschrijven;
- de rol van producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen beschrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel:

Aan het einde van deze les kun je:

- de begrippen voedselketen en voedselweb beschrijven;
- de rol van producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Thema 1: Omgeving
Les 3: Voedselweb en keten

Slide 2 - Tekstslide

We beginnen met een filmpje
Hierin wordt uitgelegd wat een voedselweb is, waar een voedselketen uit bestaat zowel op het land als in de oceaan. En wat er kan gebeuren als  er giftige stoffen in de zee terecht komen.

Hierna wordt alles nog eens rustig uitgelegd aan de hand van slides.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voedselketen: Consument
De volgende stap in een voedselketen bestaat uit dieren. Dieren eten planten of andere dieren. Ze worden consumenten genoemd. Kleiner consumenten kunnen worden opgegeten door grotere consumenten.

Voorbeeld hiervan is: 
rups - muis - slang -  roofdier

Slide 5 - Tekstslide

Voedselketen: Producent

Een voedselweb bestaat uit voedselketens.
Planten vormen de eerste stap van een voedselketen. Planten maken hun eigen voedingsstoffen. Ze worden daarom producenten genoemd.

Voorbeelden: gras, haver, bloemen, zaden

Slide 6 - Tekstslide

Voedselketen: Reducent
Aan het eind van een voedselketen staan organismen die leven van dode planten of dieren. Deze schimmels en bacteriën worden reducenten genoemd. Reducenten zorgen ervoor dat de dode planten/dieren omgezet worden in een stof die weer opgenomen wordt door de planten. 
Zo krijg je dus een voedselkringloop.



Reducenten staan meestal niet in een voedselweb.

Slide 7 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voedselketen in de zee
Een voedselketen in zee begint met plantaardig plankton.
Dat zijn kleine plantjes.

De volgende stap in de keten bestaat uit dierlijk plankton. Dat zijn kleine diertjes.

Plantaardig en dierlijk plankton worden gegeten door kleine vissen, die door grotere vissen en die weer door grotere vissen. Uiteindelijk wordt alles wat dood gaat afgebroken door reducenten

Slide 10 - Tekstslide

Begrip: Voedselweb
In een voedselweb kun je zien welke organismen een voedselrelatie met elkaar hebben.

Op de volgende slide zie je een voorbeeld van een voedselweb.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord moet op de open plaats?
Een .... laat zien welke voedselrelaties er bestaan tussen organismen.
A
voedselweb
B
voedselketen

Slide 13 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Aan het begin van de een voedselketen staan de producenten.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Rupsen zijn voorbeelden van producenten?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Bacteriën en schimmels zijn voorbeelden van reducenten.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De producent in de voedselketen in zee is dierlijk plankton.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een krab is een voorbeeld van een reducent in de voedselketen in zee.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een rups, een eikenboom, een torenvalk en een roodborstje kunnen in dezelfde voedselketen voorkomen.
Wat is de goede volgorde?

A
eikenboom - rups - roodborstje - torenvalk
B
rups - eikenboom - torenvalk - roodborstje
C
eikenboom > roodborstje - rups -torenvalk
D
rups - eikenboom - roodborstje - torenvalk

Slide 19 - Quizvraag

Einde les 3

Slide 20 - Tekstslide