Klas 1MHb - les 38 - 16-1-2025 - FO §12 volledige zinnen

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je hier een mooie tekst van?
Schrijf je antwoord op het blaadje, dat je gekregen hebt.
de sneeuw ligt zacht op de daken de bomen zijn wit bevroren plassen kraken onder je voeten je adem maakt wolkjes in de lucht kinderen glijd niet op het ijs voelt de wereld stil en koud

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
  • Bespreken huiswerk SP §2 - laatste letter -d of -t (blz. 230)
  • Uitleg Formuleren §1 (blz. 218-219)
  • Huiswerk maken
       

Slide 3 - Tekstslide




Na het maken van Fo §1 (blz. 218) kan/weet ik:
  • volledige zinnen maken die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 
Doel

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Spelling §2 (blz. 230)
opdrachten 1 t/m 6

Slide 5 - Tekstslide

Aantekeningen Fo - §1 Volledige zinnen 
(blz. 218)
Kenmerk van een zin:
  • Start met een hoofdletter => eindigt met een leesteken.!?
  • Gewone zin: . => Artis is de oudste dierentuin van Nederland.
  • Vragende zin: ? => Is hij gisteren ziek geweest? 
  • Zin met een uitroep: ! => Wat schrijf jij mooi!

Slide 6 - Tekstslide

Aantekeningen Fo - §1 Volledige zinnen 
(blz. 218)
Let op
  • Het eerste woord in de zin na een getal krijgt een kleine letter. Bijvoorbeeld: 3 eieren waren al kapot, toen ik het doosje openmaakte.
  • Begint de zin met 's of 't => volgende woord krijgt een hoofdletter. Bijvoorbeeld: 's Avonds ga ik nog even lopen met de hond.                                          't Huis heeft geen dak meer.


Slide 7 - Tekstslide

Aantekeningen Fo - §1 Volledige zinnen 
(blz. 218)
Kenmerk van een zin:
Heeft een onderwerp en een persoonsvorm.


Slide 8 - Tekstslide

Kijk nog eens naar de tekst die je aan het begin van de les hebt geschreven.
De sneeuw ligt zacht op de daken. 
De bomen zijn wit. 
Bevroren plassen kraken onder je voeten. 
Je adem maakt wolkjes in de lucht. 
Kinderen glijd niet op het ijs! 
Voelt de wereld stil en koud?

Slide 9 - Tekstslide

Kijk naar onderstaand plaatje en de vragen die erbij staan.
(opdracht 1 (blz. 218)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Wat:
Fo §1 (v.a. blz. 218): maak opdracht 2.

Hoe:
Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw. 

Klaar:
Ga dan verder met opdracht 3 t/m 6.




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide





Na het maken van Fo §1 (blz. 218) kan/weet ik:
  • volledige zinnen maken die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 

Doel

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 17 januari
Maken:
Fo §1 (blz. 218)

Maken:

opdrachten 1 t/m 6 (zie SOM voor opmerkingen bij opdracht 6)







Slide 15 - Tekstslide