Spelling 7.1 en Formuleren 6.2

 Formuleren 6.1 en Spelling 7.1 
Mavo 1 periode 1
week 2 2e les 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Formuleren 6.1 en Spelling 7.1 
Mavo 1 periode 1
week 2 2e les 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lezen >> vervolg intro Alaska
Startopdracht
Instructie doel 6.1 Formuleren
Inoefenen en zelfstandig oefenen
~pauze~
Instructie doel 7.1 Spelling
Inoefenen en zelfstandig oefenen
Afsluiting

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
  • Is het boek Alaska fictie of non-fictie? Verklaar je antwoord.
  • Welk soort verhaal is Alaska? Realistisch of fantasie?
  • Zoek op internet iets op over de de hulphonden. Welke feiten kom je tegen?
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 6.1 Volledige zinnen 





  • Je leert volledige zinnen maken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.1 Volledige zinnen blz. 218
Wat weet jij al over het schrijven van zinnen met hoofdletters en punten?

 

Wat is een correcte zin?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zin?
  • Een zin heeft in elk geval een persoonsvorm en een onderwerp.
                             pv = werkwoord; wát iets/iemand doet.                ow = wié het doet. 

  •  Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, uitroepteken of vraagteken. 


Lisa voetbalt.
Lisa voetbalt met haar vrienden.
Lisa heeft gisteren gevoetbald op het veldje in de buurt.

Slide 8 - Tekstslide

Definieer wat een zin is en geef voorbeelden van zinnen en niet-zinnen.
Maak volledige zinnen: pv + ow
T: Waar blijf je?
M: Kom later! >>
T: Wat is er aan de hand?
M: Judopak kwijt. >>
T: Hoe ga je dat oplossen?
M: Pak lenen? >>

Ik kom later!

Ik ben mijn judopak kwijt.

Kan ik een pak lenen?

Slide 9 - Tekstslide

Definieer wat een zin is en geef voorbeelden van zinnen en niet-zinnen.
Inoefenen
We maken opdracht 2 van blz. 218 in ons schrift.  
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Cursus 6 §1 
Opdracht 1 van blz. 218
 


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 7.1 Hoofdletters en leestekens 





  • Je leert hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Hoofdletters  blz. 228
  • Begin van een zin; Het begin van een zin schrijf je met een hoofdletter.
  • Bij (aardrijkskundige) namen; Groningen
  • Officiële feestdagen; Kerstdag
  • Historische gebeurtenissen; de Tweede Wereldoorlog
  • Instellingen, verenigingen of bedrijven. Mediamarkt
! Dagen, maanden, seizoenen en windstreken geen hoofdletter.
! Tussenvoegsels in namen geen hoofdletter: Maarten van der Bos, maar wel meneer Van der Bos. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn naam is Ethel Van Rossum.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

uitzondering op regel van hoofdletters:
>> tussenvoegsel van een naam met kleine letter wanneer een ander deel van de naam bekend is.
’s Morgens is het droog.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

uitzondering op regel van hoofdletters
>> zin begint met apostrof, tweede woord met een hoofdletter
Dit jaar vieren wij Kerstmis in de sneeuw. Wij zijn de hele kerstvakantie in Oostenrijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

feestdagen schrijf je met een hoofdletter, afgeleiden niet.
7.1 Leestekens .?!, blz. 228 
Een zin eindigt met een:
- Punt (gewone zin)  Ik eet geen vlees. 
- Vraagteken (vraagzin) Ken jij mevrouw Bos? 
- Uitroepteken (een zin met extra nadruk) Wat een goed idee!

Gebruik nooit twee leestekens na elkaar!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lotte van der veen gaat iedere lente naar de canarische eilanden omdat het daar bijna altijd mooi weer is

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

als ik schaatster patrick roest zie denk ik direct aan de olympische spelen

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inoefenen
We maken opdracht 2 van blz. 228 in ons schrift. 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Cursus 7 § 1 
Opdracht 2 blz. 228 afmaken 
 


timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 

  1. Je kan een volledige zin maken.
  2. Je weet wanneer je hoofdletters moet schrijven. 
  3. Je weet leestekens op de juiste manier toe te passen. 
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les 10 september: 
Taal cursus 4 § 5 Formeel en informeel

Spelling cursus 7 § 1 herhaling

Huiswerk (in PLENDA):
opdracht 1 van blz. 218 
opdracht 2 blz. 228 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies