2.5 DNA en celcyclus

De matrijsstreng:
CACCTACAAGGGAGGGATTAC

Bovenstaand gen wordt afgelezen door de cel. 

1. Welk mRNA wordt er gevormd?
2. Wat is de volgorde van de aminozuren in het eiwit?
De coderende streng:
CGGCATGGCACCATACTGAGA

Bovenstaand gen wordt afgelezen door de cel

1. Welk mRNA wordt er gevormd?
2. Wat is de volgorde van de aminozuren in het eiwit?
3. Wat gebeurd er als de de dik gedrukte G in een C veranderd?
timer
8:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

De matrijsstreng:
CACCTACAAGGGAGGGATTAC

Bovenstaand gen wordt afgelezen door de cel. 

1. Welk mRNA wordt er gevormd?
2. Wat is de volgorde van de aminozuren in het eiwit?
De coderende streng:
CGGCATGGCACCATACTGAGA

Bovenstaand gen wordt afgelezen door de cel

1. Welk mRNA wordt er gevormd?
2. Wat is de volgorde van de aminozuren in het eiwit?
3. Wat gebeurd er als de de dik gedrukte G in een C veranderd?
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

2.5 DNA en de celcyclus 
Voorkennisvragen:
1. Ooit was jij maar 1 bevruchte eicel. Welk proces zorgt ervoor dat je van die ene cel naar de biljoenen cellen gaat die je nu bent?
2. Heeft iedere cel in jouw lichaam hetzelfde DNA? 
3. Hoe noemen we een foutje in de DNA code? 
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Je kunt benoemen wat in de verschillende fases van de celcyclus gebeurd

Je kunt de stappen van de mitose benoemen en uitleggen. 


Slide 3 - Tekstslide

Bevruchting: DNA van vader en moeder
komen samen in 1 cel

Slide 4 - Tekstslide

Celdeling
Celdeling
Voor groei, herstel en ontwikkeling 

Cel differentiatie
verschillende soorten cellen en weefsels

Slide 5 - Tekstslide

celdeling volgens een vaste celcyclus   (BINAS A)
interfase
= G1 + S + G2 fase

mitose 
= kerndeling en celdeling

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Na de celdeling
opnieuw een celcyclus (stamcel) 


 of specialisatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Chromosomen en chromatiden


  • Na DNA verdubbeling verandert het aantal chromosomen niet.
  •  Ieder chromosoom bestaat dan uit twee chromatiden. 
  • Tijdens de celdeling worden de chromatiden van elkaar gescheiden. 
  • Zodra ze los van elkaar komen spreken we wel weer van 2 chromosomen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Mitose = kerndeling + celdeling
kerndeling:   profase, metafse, anafase en telofase
cytokinese = celdeling

Slide 12 - Tekstslide

Profase
DNA gaat zich invouwen/oprollen zodat chromosomen gevormd worden.
Kernmembraan verdwijnt.

Slide 13 - Tekstslide

Metafase
Chromosomen liggen in het midden van de cel
Trekdraden

Slide 14 - Tekstslide

Anafase
Chromosomen worden uit elkaar getrokken

Slide 15 - Tekstslide

Telofase
Chromosomen ontvouwen zich, kernmembraan ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide

cytokinese = celdeling

Slide 17 - Tekstslide

In welke fase van de celcyclus vindt de DNA-replicatie plaats?
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
M-fase

Slide 18 - Quizvraag


Wat gebeurt er in de G1/G2 fasen?
A
Celdeling
B
Celgroei
C
DNA-replicatie
D
Rust

Slide 19 - Quizvraag

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 20 - Sleepvraag

Controlepunten
Tijdens de celcyclus zijn er controles om te zien of alle processen goed verlopen:
G1-fase (P53):
- grootte van de cel
- voedingsstoffen
- DNA-schade

Slide 21 - Tekstslide

Controlepunten
Eind G2-fase:
- DNA verdubbeling correct?

Tijdens M-fase:
- Chromosomen goed verdeelt (spoelfiguur)

Slide 22 - Tekstslide

Kanker
Kanker is een ziekte waarbij cellen niet meer luisteren naar de programmering:

Controles werken niet,
communicatie met omgeving verstoort,
zelfvernietiging (apoptose) werkt niet.

Slide 23 - Tekstslide

Tumorsuppressorgenen
en proto-oncogenen

Tumorsuppressorgen:
Genen die celdeling reguleren / remmen / controleren

Proto-oncogen:
Genen die celdeling stimuleren 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

0

Slide 26 - Video

Kanker
Bij kanker deelt een cel met fouten zich ongeremd. Gevolg: tumor.
Bij uitzaaiingen (metastaseren) verspreiden kankercellen zich.

Behandeling bestralen en chemotherapie: kapot maken cellen.
Immunotherapie stimuleert eigen afweer.

Slide 27 - Tekstslide

Kleine uitlegafsluiter
1. Waarop wordt de cel gecontroleerd tijdens de controlepunten?
2. Wat voor soort gen is het p53 gen? 
3. Hoe ontstaan oncogenen?
4. Wat is er gebeurd als een kanker gaat metastaseren?
5. Welke drie behandelingen zijn er voor kanker?

Slide 28 - Tekstslide

Maak de oefentoets.
Maak een screengrab van je score (Windowstoets + Shift + S)

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Link

Aan de slag
Maak leerdoel 15 en 16 van 2.5

Slide 31 - Tekstslide