3V 12.4 Puzzelen met erfelijkheid

Oefenen met verschillende soorten kruisingsschema's.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met verschillende soorten kruisingsschema's.

Slide 1 - Tekstslide

Jeroen is drager van een recessieve ziekte. Zijn vriendin is homozygoot dominant. Hoe groot is de kans op een ziek kind?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 2 - Quizvraag

0%
A= gezond, a= ziek
Jeroen is drager dus Aa
Zijn vriendin is homozygoot dominant, dus AA
A
a
A
AA
Aa
A
AA
Aa

Slide 3 - Tekstslide

Het hebben van een vaste oorlel is recessief t.o.v. een losse oorlel. Lot heeft vaste oorlellen, haar ouders allebei losse. Ze krijgt een broertje. Hoe groot is de kans dat hij losse oorlellen heeft?
A
0%
B
25%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quizvraag

Antwoord 75%
De ouders van Lot hebben losse oorlellen (A...). 
Lot zelf heeft vaste oorlellen dus aa. Ouders zijn dus allebei Aa. 
Aa x Aa geeft als kruisingsschema 75% kans op losse oorlellen.
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 5 - Tekstslide

Letale allelen
Bij manx katten wordt het ontbreken van de staart veroorzaakt door een dominant allel, wat letaal is als er twee van aanwezig zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Twee manx katten krijgen nakomelingen. Hoe groot is de kans dat het eerstgeboren jong een staart heeft?
A
25%
B
33%
C
67%
D
75%

Slide 7 - Quizvraag

33%
De ouderkatten hebben geen staart, dus moeten wel Aa zijn (anders waren ze nooit geboren.)

Slide 8 - Tekstslide

Kleurenblindheid is een recessieve X-chromosomale aandoening. Lina is kleurenblind en James niet. Lina is in verwachting van een meisje. Hoe groot is de kans dat zij kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 9 - Quizvraag

0%
Lina is kleurenblind, dus XaXa 
James is kleurenziend, dus XAY
Xa
Xa
XA
XAXa
XAXa
Y
XaY
XaY
50%  van de kinderen kleurenblind
0% van de meisjes
100% van de jongens

Slide 10 - Tekstslide

Een vrouw die kleuren kan zien, heeft een kleurenblinde vader. Haar man is niet kleurenblind. Hoe groot is de kans dat een zoon van hen kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 11 - Quizvraag

50%, omdat:
  • De vrouw heeft van haar kleurenblinde vader Xa gekregen. Ze kan kleuren zien, dus haar genotype moet wel XAXa zijn. 
  • De man is kleurenziend, zijn genotype is dus XAY. 
  • Van de jongens, is de helft kleurenblind. 

Slide 12 - Tekstslide

zwart: A, bruin a
effen: B, gevlekt b
Hoe groot is de kans op een
zwart, gevlekt kalf?
A
1/4
B
3/8
C
3/4
D
1/16

Slide 13 - Quizvraag

AaBb x aabb, de kans op een zwartgevlekte koe is?
Zwartgevlekt: AAbb of Aabb
AB
Ab
aB
ab
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb

Slide 14 - Tekstslide

AaBb x aabb, de kans op een zwartgevlekte koe is?
Kans op zwart: Aa x aa
Kans is 50%, dus 1/2

Kans op gevlekt: Bb x bb
Kans is 50% dus 1/2

De kans op een zwartgevlekte koe is 1/2 x 1/2 = 1/4
Eventuele ander optie 
(ander manier)

Slide 15 - Tekstslide

Janna heeft bloedgroep A. Haar moeder heeft bloedgroep O. Samen met Joost heeft ze 3 kinderen. Joost heeft bloedgroep A en is heterozygoot. Welke bloedgroepen kunnen er voorkomen bij de kinderen?
A
Bloedgroep A en bloedgroep B
B
Alleen bloedgroep A
C
Bloedgroep A en bloedgroep AB
D
Bloedgroep A en bloedgroep O

Slide 16 - Quizvraag

Janna A dus  IA IA of IAi 
Moeder Jana O dus ii. Jana heeft dus IA i
Joost A heterozygoot dus  IAi 
IA
i
IA
IAIA
IAi
i
IAi
ii

Slide 17 - Tekstslide