methodisch handelen les 5, doelen formuleren

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bijzonderheden
Vragen of opmerkingen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zorgdoel?
A
Hiermee stel je de behoefte aan zorg vast
B
concrete omschrijving van een gewenste situatie/gedrag
C
Een vergelijking van resultaat

Slide 3 - Quizvraag

Een zorgdoel:
Nadat je de zorgproblemen hebt vastgesteld, ga je de zorgdoelen formuleren. 
Een zorgdoel is de gewenste situatie van de zorgvrager. Je bepaalt de zorgdoelen altijd samen met de zorgvrager of zijn vertegenwoordiger. Je gaat uit van de vastgestelde zorgproblemen en je houdt rekening met de afspraken met andere disciplines

Slide 4 - Tekstslide

Het zorgproces- zorgdoelen
  • Wanneer er zorgproblemen zijn vastgesteld.
  • Een zorgdoel is de gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager.
  • Formuleren van zorgdoelen is een hulpmiddel.

Slide 5 - Tekstslide

Termijn zorgdoel:

Lange termijn: weken, maanden of jaren. Een andere naam is einddoel.

Korte termijn: paar dagen of zelfs uren, onderdeel van het lange termijndoel. Stap voor stap werk je met het korte termijndoel toe naar het einddoel.

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren van zorgdoelen:
Formuleer vanuit de zorgvrager: Mw. Bergsma
Gebruik daarna een actief werkwoord zoals: wast zichzelf, komt uit bed…
Daarna: hoe, waarmee, onder welke omstandigheden
Welke tijd moet het doel behaald zijn

Bijvoorbeeld: Dhr. Snel leert zichzelf injecteren met insuline voor de nacht binnen 5 dagen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hulpmiddel is de SMART:

Slide 9 - Tekstslide

Maak zelf eens een doel. Bijvoorbeeld over iets wat je wilt leren of kunnen in een bepaalde periode. Bijvoorbeeld koken, verven een bepaalde hobby uitoefenen.
Formuleer deze SMART.

Slide 10 - Open vraag

Lees de casus van Hannah.
Beschrijf het probleem met de PES

Slide 11 - Open vraag

PES:

Hannah heeft te weinig energie (P)

omdat ze ongezond eet (E). 

Ze voelt zich 's ochtends te moe om op te staan en 's avonds te moe om naar bed te gaan. Heel vaak moe.
Zegt privé afspraken af.(S)

Slide 12 - Tekstslide

Het doel voor Hannah wordt:
Hannah eet vanaf nu altijd gezond.
Wat vind je hiervan?

Slide 13 - Open vraag

Opdracht (5 min): Maak een SMART doel voor Hannah. Schrijf dit op een post it.
Ruil met je buur....

Hadden jullie hetzelfde?
Wat valt op?

Slide 14 - Tekstslide

Goed of fout SMART doel:
Kobe wil op dansles.
A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quizvraag

Goed of fout SMART doel:
Ik wil in 1 maand tijd 2 kg afvallen in gewicht.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

welke technologische hulpmiddelen ken je en zou je in kunnen zetten bij een zorgdoel?

Slide 17 - Woordweb

Werken aan de opdrachten (Digibib of opdracht observeren)

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen behaald???

Hoofddoel: Je kunt samen met de zorgvrager een correct zorgdoel formuleren.

  • Je zet de ervaringsdeskundige rol van de zorgvrager en zijn naasten/vertegenwoordiger in bij het opstellen van een individueel plan.
  • Je kunt een correct doel formuleren volgens de SMART methode.
  • Je verwerkt passende technologische hulpmiddelen in de doelen van het ondersteuningsplan of zorgplan van de cliënt/ zorgvrager

Slide 19 - Tekstslide

Stap 5 in het zorgproces

Slide 20 - Tekstslide