les 3 zorgdoelen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WerkprocessenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

niet realistisch want mevrouw is vergeetachtig handeling niet onthouden dit moet erin slijten en heeft meer tijd nodig
voorbeelden
Zo moet het niet: “De cliënt loopt over een maand beter.”


 

En zo moet het wel: “De cliënt loopt over een maand zonder hulpmiddelen.”

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo moet het niet: “De cliënt drinkt voldoende per dag.”


En zo moet het wel: “De cliënt drinkt minstens één liter water per dag.”

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

realistisch?
Voorbeeld niet realistisch doel: “Mevrouw loopt naar de recreatiezaal.”


Voorbeeld realistisch doel: “Mevrouw verplaatst zich zelfstandig in de kamer.”

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgdoel 'een zorgvrager met een psychiatrische aandoening heeft een regelmatig dagritme' is gericht op?
A
aanleren van vaardigheden
B
stimuleren van de zorgvrager
C
verwerven van kennis

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgdoel 'een zorgvrager met overgewicht weet wat gezonde voeding is' is gericht op?
A
aanleren van vaardigheden
B
stimuleren van de zorgvrager
C
verwerven van kennis

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgdoel 'een zorgvrager met astma kan de vernevelaar correct gebruiken' is gericht op?
A
aanleren van vaardigheden
B
stimuleren van de zorgvrager
C
verwerven van kennis

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgdoel 'een zorgvrager met een blaasontsteking maakt de antibioticakuur af' is gericht op?
A
aanleren van vaardigheden
B
stimuleren van de zorgvrager
C
verwerven van kennis

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenen met casus

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3 zorgdoelen
Wanneer je een duidelijk beeld van de behoeften en problemen van de zorgvrager hebt gecreëerd, kunnen de doelen worden vastgesteld. Let daarbij op de volgende punten:
• Wat wil de zorgvrager en welke mogelijkheden heeft hij?
• Welke financiële mogelijkheden en welke indicaties zijn er?
• Wat is de expertise van de zorgprofessional?
Je stelt de korte en lange termijndoelen in overleg met de zorgvrager op. De definitie van een doel is: een specifieke omschrijving van de gewenste uitkomst van de situatie of verandering in het gedrag van de zorgvrager. Meer onder de mensen komen of meer bewegen kan bijvoorbeeld een doel zijn. Hierbij geef je een duidelijke tijdsindicatie aan. Een doel kan je formuleren volgens de SMART methode.
1. Zoek uit wat we bedoelen met SMART.
2. In de vorige opdracht heb je zorgproblemen beschreven volgens de PES structuur, formuleer bij elk zorgprobleem een zorgdoel SMART geformuleerd.
3. Voor elk zorgdoel bedenk je interventies. Welke handelingen dragen bij om het zorgdoel te halen, beschrijf de verschillende handelingen en geef aan wanneer ze plaats zullen vinden.





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies