1e 27-03-2024

Regels in de klas
  1. Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  2. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  3. Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
  4. We gaan respectvol om met de docent om.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Regels in de klas
  1. Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  2. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  3. Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
  4. We gaan respectvol om met de docent om.


Slide 1 - Tekstslide

Als je je niet aan de regels houdt
1 streepje = waarschuwing.
2e streepje = Regels overschrijven.
3e streepje = nablijven.

Slide 2 - Tekstslide

 Stil lezen
5 minuten.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Programma 1e woensdag


  • 5 minuten stil lezen.
  • Terugblik.
  • Video.
  • Zelfstandig werken + huiswerk controle.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?

De geest van Aladin komt uit de lamp.
De prins kust Doornroosje wakker.
Lady en de Vagebond eten samen spaghetti.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?

De geest van Aladin komt uit de lamp.
De prins kust Doornroosje wakker.
Lady en de Vagebond eten samen spaghetti.

Slide 6 - Tekstslide

De persoonsvorm vinden.
De prins kust Doornroosje wakker.
  1. Ik maak de zin vragend om te weten wat de persoonsvorm is: Kust de prins Doornroosje wakker?

Kust is de persoonsvorm, want die staat vooraan de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Manier 2 om de persoonsvorm te vinden
Je kunt de persoonsvorm ook vinden door de zin in een andere tijd te zetten. De persoonsvorm is dan het werkwoord dat verandert van tijd. Bijvoorbeeld:
  • De prins kust Doornroosje wakker.
  • De prins kuste Doornroosje wakker.
Kust is dus de persoonsvorm, want dat woord verandert als je de zin in een andere tijd zet.




Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1 van les 2 (video)
Die doen we klassikaal.


Slide 9 - Tekstslide

Oefenen maar!
  • Ga nu zelf verder met les 2.
  • Voor de volgende les (dinsdag) moet die af zijn.
  • Ondertussen check ik of je huiswerk af is.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk controle
Les 1 moest af. 
Niet af= uur inhalen.

Ik controleer in (BLINK). Ondertussen ga je aan les 2 werken.

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opdracht 5 van les 1

Slide 12 - Tekstslide