Rechtsstaat §2.4 De rechtspraak: (on)afhankelijk? (2022)

§2.4



De rechtspraak: Onafhankelijk?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.4



De rechtspraak: Onafhankelijk?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat de rechterlijke macht de bevoegdheid heeft om te berechten, hoe zij dit doet en welke procedures de rechtspraak en het OM volgen.

Je kunt beargumenteren op welke wijze onafhankelijke en openbare rechtspraak bijdragen aan een eerlijk rechtsproces.
Je kunt een standpunt innemen over de wijze waarop media berichten over strafzaken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van de rechtspraak in Nederland?

Slide 3 - Woordweb

Stelling:
Ik ben voor een levenslange gevangenisstraf
A
Mee eens
B
Mee oneens

Slide 4 - Quizvraag

Stelling:
Ik ben voor de doodstraf
A
Mee eens
B
Mee oneens

Slide 5 - Quizvraag

Rechterlijke macht
  • rechters spreken recht op basis van rechtsbronnen (zoals wetten, jurisprudentie en verdragen).
  • rechters zijn onpartijdig.
  • rechters worden benoemd voor het leven.
  • rechtzaken hebben publieke tribunes (transparantie).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zorgen we voor een eerlijke rechtspraak?
  • recht op een advocaat
  • recht op inzage van processtukken
  • rechters oordelen op basis van rechtsbronnen (bijv. wetboek van strafrecht)
  • rechters voor het leven benoemd
  • wraking bij partijdigheid rechter
  • publiek bij openbare zittingen
  • onschuldpresumptie
  • bij zware zaken is er sprake van 3 rechters ipv één
  • last but not least; de media (of toch niet?)

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Zoek op in het wetboek van strafrecht wat de straffen zijn voor:
  • mishandeling (art. 300)
  • vervuiling (art. 173b)
  • dierenmishandeling (art. 350)
  • openbaar dronkenschap (art. 426)
  • te vondeling leggen van een kind (art. 256)
  • een zelf gekozen overtreding/misdrijf

Slide 9 - Tekstslide

onschuldpresumptie
Met onschuldpresumptie bedoelen we dat iedereen geacht wordt onschuldig te zijn totdat iemand is veroordeeld door een rechter. In de media mag tot die tijd alleen gesproken worden van verdachte of vermoedelijke dader
De overheid moet zich houden aan vastgestelde regels en principes. Ieder mens heeft recht op een eerlijk proces.
Alle regels rond opsporing, vervolging en berechting over hoe het proces moet verlopen staan in het wetboek van strafvordering. Klik hier maar eens.

Slide 10 - Tekstslide

8 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  5: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                  6: Repliek en dupliek
3: Verdachte ondervragen                  7:  Laatste woord verdachte
4: Requisitoir                                             8: Vonnis                      

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte.
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk.
Er zijn twee soorten strafrechters. Voor de lichtere delicten is er de politierechter. Voor de zwaardere delicten de meervoudige kamer
De OvJ mag reageren op het pleidooi van de advocaat (repliek). Daarna mag de advocaat hier weer op reageren (dupliek). 

Slide 11 - Tekstslide

Onschuldig tot vonnis?
Journalisten zijn verplicht feiten te controleren, meerdere bronnen te raadplegen en hoor en wederhoor toe te passen 

Trial by media
beide kanten van het verhaal belichten en beide partijen aan het woord laten
door eenzijdige en gekleurde berichtgeving is er al sprake van een veroordeling van een persoon door de pers en het publiek terwijl de zaak nog voor de rechter moet komen. Hierdoor komt de onschuldpresumptie in de verdrukking

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van 2.4

Slide 14 - Tekstslide