QUIZ Thema 2_paragraaf 1 en 2_Klas 1TLH

Welk nummer is het borstbeen?
A
2
B
3
C
4
D
5
1 / 50
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welk nummer is het borstbeen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 1 - Quizvraag

Hoe heet bot 5?
A
Bovenbeen
B
Opperbeen
C
Dijbeen
D
Scheenbeen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is bot 6?
Hoe zie je dat?
A
Ellepijp. Aan de Duim-kant.
B
Ellepijp. Aan de Pink-kant.
C
Spaakbeen. Aan de Duim-kant.
D
Spaakbeen. Aan de Pink-kant

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn je langste botten?
A
Opperarmbeen
B
Dijbeen
C
Spaakbeen
D
Scheenbeen

Slide 4 - Quizvraag

Wat vormt samen de borstkas?
A
Ribben en Borstbeen
B
Ribben en Borstwervels
C
Borstbeen en Borstwervels
D
Ribben, Borstbeen en Borstwervels

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel borstwervels heb je?
A
5
B
7
C
12
D
14

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van boven naar beneden?

1-Halswervels 2-Heiligbeen
3-Lendenwerels 4-Staartbeen
5-Borstwervels
A
1-3-5-4-2
B
1-5-3-2-4
C
1-5-3-4-2
D
4-2-3-5-1

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heten de middelste botjes
in je hand?
A
Vingerkootjes
B
Handmiddenbeentjes
C
Middenhandsbeentjes
D
Handwortelbeentjes

Slide 8 - Quizvraag

Met welk bot in je been kun je
het opperarmbeen in je arm mee vergelijken?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Met geen één bot

Slide 9 - Quizvraag

Welke taak van het skelet is dit?
"De hersenen in de schedel"
A
Stevigheid geven.
B
Vorm geven.
C
Bescherming geven.
D
Beweging mogelijk maken.

Slide 10 - Quizvraag

Welke taak van het skelet is dit?
"Ik ben lenig en gespierd"
A
Stevigheid geven.
B
Vorm geven.
C
Bescherming geven.
D
Beweging mogelijk maken.

Slide 11 - Quizvraag

Welke taak van het skelet is dit?
"Ik zak niet als pudding in elkaar"
A
Stevigheid geven.
B
Vorm geven.
C
Bescherming geven.
D
Beweging mogelijk maken.

Slide 12 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Kalk zorgt ervoor dat je bot stevig is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Oude mensen hebben MEER kalk in hun botten dan kinderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Zonder lijmstof breekt een bot makkelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
De rode lijn is kalkstof.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Welke stof zit in het puntje van je neus?

Slide 17 - Open vraag

Beenweefsel of Kraakbeenweefsel?
Stevig of Buigzaam?
A
Beenweefsel. Stevig.
B
Beenweefsel. Buigzaam.
C
Kraakbeenweefsel. Stevig.
D
Kraakbeenweefsel. Buigzaam.

Slide 18 - Quizvraag

Beenweefsel of Kraakbeenweefsel?
Stevig of Buigzaam?
A
Beenweefsel. Stevig.
B
Beenweefsel. Buigzaam.
C
Kraakbeenweefsel. Stevig.
D
Kraakbeenweefsel. Buigzaam.

Slide 19 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
In een bot zit geel beenmerg waarin vet ligt opgeslagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Welke stof komt voor op
het uiteinde van botten?

Slide 21 - Open vraag

Welke kleur hebben de kraakbeenschijven in de afbeelding hiernaast?
A
Bruin
B
Geel
C
Blauw
D
Er zijn geen kraakbeenschijven

Slide 22 - Quizvraag

Welke kleur hebben de zenuwen in de afbeelding hiernaast?
A
Bruin
B
Geel
C
Blauw
D
Er zijn geen zenuwen te zien

Slide 23 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Door kraakbeenschijven en door de dubbele S-vorm kan een wervelkolom schokken opvangen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Groeischijven blijven altijd actief en sluiten nooit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Verbening houdt in dat kraakbeen
langzaam in been verandert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen schedelbeenderen.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen de heiligebeenwervels.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen ribben en borstbeen.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 29 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen de wervels.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 30 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 31 - Quizvraag

Hier is heel veel beweging mogelijk

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 32 - Quizvraag

Hier is een beetje beweging mogelijk.

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 1?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 34 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 2?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 35 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit er bij 3?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 36 - Quizvraag

Wat voor verbinding zit bij 4 (staartbeen)?

A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 37 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen spaakbeen en ellepijp.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Geen gewricht

Slide 38 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen schouderblad en opperarmbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Geen gewricht

Slide 39 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen de wervels.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Geen gewricht

Slide 40 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen heupbeen en dijbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Geen gewricht

Slide 41 - Quizvraag

Wat voor gewricht zit hier?
Tussen dijbeen en scheenbeen.
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Geen gewricht

Slide 42 - Quizvraag

Wat is nummer 5?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 43 - Quizvraag

Wat is nummer 2?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 44 - Quizvraag

Wat is nummer 4?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 45 - Quizvraag

Door welk onderdeel slijten botten niet?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel
D
Gewrichtsband

Slide 46 - Quizvraag

Wat is de gewrichtskom?
A
1
B
2
C
5
D
6

Slide 47 - Quizvraag

Welk nummer is het gewrichtskapsel?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 48 - Quizvraag

Welk nummer MAAKT gewrichtssmeer?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 49 - Quizvraag

Wat heeft een kniegewricht en een enkelgewricht extra?
A
Extra kraakbeen
B
Gewrichtskapsel
C
Gewrichtsbanden
D
Extra gewrichtssmeer

Slide 50 - Quizvraag