1BB 09-12-2021 / 13-12-2021

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Geef al je antwoorden in het Engels!

What school subjects do you see in the picture?
(klik om groter te maken)

Do you know more school subjects in English?

Hoe vraag je: "Vind jij wiskunde leuk?"

Hoe vraag je: "Vindt Max gym leuk?"

Hoe zeg je: "We hebben Engels in lokaal 216."

Hoe zeg je: "Mijn dag begint met Nederlands."

Hoe vraag je: "Wanneer is de volgende les biologie?"

Hoe vraag je: "Hebben we aardrijkskunde in lokaal 115?"

Kies de juiste vertaling

"Is Ilse grappig?"

1. Am Ilse funny?
2. Is Ilse funny?
3. Are Ilse funny?
4. Be Ilse funny?

Kies de juiste vertaling

"Mag ik weg?"

1. May I leave?
2. How I leave?
3. Can I leave?
4. Do I leave?

Kies de juiste vertaling

"Vindt hij wiskunde leuk?"

1. Do he likes maths?
2. Does he like maths?
3. Does he likes maths?
4. Do he like maths?

Kies de juiste vertaling

"Vind je vroeg opstaan leuk?"

1. Do you like getting up early?
2. Does you like getting up early?
3. Can you like getting up early?
4. How you like getting up early?

Kies de juiste vertaling

"Heb jij een zus?"

1. Do have you a sister?
2. Does you have a sister?
3. Does you has a sister?
4. Do you have a sister?

Kies de juiste vertaling

"Hebben zij gym om 3 uur?"

1. Do they have PE at 3 o'clock?
2. Does they have PE at 3 o'clock?
3. Do they has PE at 3 o'clock?
4. Do they have gym at 3 o'clock?

Kies de juiste vertaling

"Heeft zij blond haar?"

1. Do she have blonde hair?
2. Does she have blonde hair?
3. Does she has blonde hair?
4. Do she has blonde hair?

Maak er een vraagzin van
"You like maths."

Maak er een vraagzin van
"They study a lot."

Maak er een vraagzin van:
"You have a dog."

Maak er een vraagzin van
"She has a nice smile."

Maak de zin ontkennend
"I am in class today."

Maak de zin ontkennend
"You are friendly."

Maak de zin ontkennend
"He is into Dutch."

Maak de zin ontkennend
"We are not going outside."

Zet de zin in de juiste volgorde

Who (wie)

Does (doet)

What (wat)

Where (waar)

When (wanneer)

My cat

is playing

in the garden

right now

Zet de zin in de juiste volgorde

Who (wie)

Does (doet)

What (wat)

Where (waar)

When (wanneer)

have

We

at home

visitors

every weekend

Zet de zin in de juiste volgorde

Who (wie)

Does (doet)

What (wat)

Where (waar)

When (wanneer)

my dog

don't like

My friends

Zet de zin in de juiste volgorde

Who (wie)

Does (doet)

What (wat)

Where (waar)

When (wanneer)

Kelly

is practicing

for her test

at the library

this afternoon

Look at the clocks...

Five past twelve

A quarter to one

Half past twelve

Twelve o'clock

A quarter past twelve

Five to three

Vertaal Forest

1. Vorst
2. Bomen
3. Bos
4. Bevoren

Afternoon

1. Ochtend
2. Namiddag
3. Avond
4. Middag

Huiswerk

Talen

Healty

Woordvolgorde hoe ziet die eruit
Wie .. .. .. ..

Nu woordvolgorde in het Engels
Who ... ... ... ...

Zet deze woorden in de juiste volgorde
Was, at the Rocky Mountains, Jane, last year

Hoe schrijf je dertiende in het Engels

1. Third
2. 3rd
3. Three
4. Thirteen

Vertaal twintigste naar het Engels

Volgende week toets!!!

Leer goed pagina 130, 131, 132 & 133