Herhaling theme 2 ' time for school'

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"

Slide 1 - Tekstslide

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"
Roosters en school(vakken)

Slide 2 - Tekstslide

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"
Roosters en school(vakken)
Ordinals = first, second, third...

Slide 3 - Tekstslide

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"
Roosters en school(vakken)
Ordinals = first, second, third...
Like and dislike

Slide 4 - Tekstslide

Waar ging hoofdstuk 2 over?
"Time for school"
Roosters en school(vakken)
Ordinals = first, second, third...
Like and dislike
Vragen en ontkenningen maken in de present simple
Woordvolgorde

Slide 5 - Tekstslide

Geef al je antwoorden in het Engels!

Slide 6 - Tekstslide

What school subjects do you see in the picture?
(klik om groter te maken)

Slide 7 - Open vraag

timer
1:30
Do you know more school subjects in English?

Slide 8 - Woordweb

Welke Engelse woorden gebruik je om te zeggen dat je iets leuk vindt?

Slide 9 - Woordweb

Welke Engelse woorden gebruik je wanneer je iets niet leuk vindt?

Slide 10 - Woordweb

Schrijf in een hele zin:
1 vak dat je leuk vindt en waarom

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in een hele zin:
1 vak dat je niet leuk vindt en waarom

Slide 12 - Open vraag

Hoe vraag je: "Vind jij wiskunde leuk?"

Slide 13 - Open vraag

Hoe vraag je: "Vindt Max gym leuk?"

Slide 14 - Open vraag

Hoe zeg je: "We hebben Engels in lokaal 216."

Slide 15 - Open vraag

Hoe zeg je: "Mijn dag begint met Nederlands."

Slide 16 - Open vraag

Hoe vraag je: "Wanneer is de volgende les biologie?"

Slide 17 - Open vraag

Hoe vraag je: "Hebben we aardrijkskunde in lokaal 115?"

Slide 18 - Open vraag

Kies de juiste vertaling

"Is Ilse grappig?"
A
Am Ilse funny?
B
Is Ilse funny?
C
Are Ilse funny?
D
Be Ilse funny?

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Mag ik weg?"
A
May I leave?
B
How I leave?
C
Can I leave?
D
Do I leave?

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Vindt hij wiskunde leuk?"
A
Do he likes maths?
B
Does he like maths?
C
Does he likes maths?
D
Do he like maths?

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Vind je vroeg opstaan leuk?"
A
Do you like getting up early?
B
Does you like getting up early?
C
Can you like getting up early?
D
How you like getting up early?

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Heb jij een zus?"
A
Do have you a sister?
B
Does you have a sister?
C
Does you has a sister?
D
Do you have a sister?

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Hebben zij gym om 3 uur?"
A
Do they have PE at 3 o'clock?
B
Does they have PE at 3 o'clock?
C
Do they has PE at 3 o'clock?
D
Do they have gym at 3 o'clock?

Slide 24 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling

"Heeft zij blond haar?"
A
Do she have blonde hair?
B
Does she have blonde hair?
C
Does she has blonde hair?
D
Do she has blonde hair?

Slide 25 - Quizvraag

Maak er een vraagzin van
"You like maths."

Slide 26 - Open vraag

Maak er een vraagzin van
"They study a lot."

Slide 27 - Open vraag

Maak er een vraagzin van:
"You have a dog."

Slide 28 - Open vraag

Maak er een vraagzin van
"She has a nice smile."

Slide 29 - Open vraag

Maak de zin ontkennend
"I am in class today."

Slide 30 - Open vraag

Maak de zin ontkennend
"You are friendly."

Slide 31 - Open vraag

Maak de zin ontkennend
"He is into Dutch."

Slide 32 - Open vraag

Maak de zin ontkennend
"We are not going outside."

Slide 33 - Open vraag

Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
My cat
is playing
in the garden
right now

Slide 34 - Sleepvraag

Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
have
We
at home
visitors
every weekend

Slide 35 - Sleepvraag

Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
my dog
don't like
My friends

Slide 36 - Sleepvraag

Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
Kelly
is practicing
for her test
at the library
this afternoon

Slide 37 - Sleepvraag

Five past twelve
A quarter to one
Half past twelve
Twelve o'clock
A quarter past twelve
Five to three

Slide 38 - Sleepvraag

End of quiz!
Hoe vond je de quiz gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Homework Monday 13 December
  • Test yourself chapter 2 online
(staat klaar in Stepping Stones online)
  • Begin met leren voor test chapter 2

Slide 40 - Tekstslide