1BB 09-12-2021 / 13-12-2021
1 / 49
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
What school subjects do you see in the picture?
(klik om groter te maken)
(klik om groter te maken)
Slide 13 - Open vraag
timer
1:30
Do you know more school subjects in English?
Slide 14 - Woordweb
Welke Engelse woorden gebruik je om te zeggen dat je iets leuk vindt?
Slide 15 - Woordweb
Welke Engelse woorden gebruik je wanneer je iets niet leuk vindt?
Slide 16 - Woordweb
Schrijf in een hele zin:
1 vak dat je leuk vindt en waarom
1 vak dat je leuk vindt en waarom
Slide 17 - Open vraag
Schrijf in een hele zin:
1 vak dat je niet leuk vindt en waarom
1 vak dat je niet leuk vindt en waarom
Slide 18 - Open vraag
Hoe vraag je: "Vind jij wiskunde leuk?"
Slide 19 - Open vraag
Hoe vraag je: "Vindt Max gym leuk?"
Slide 20 - Open vraag
Hoe zeg je: "We hebben Engels in lokaal 216."
Slide 21 - Open vraag
Hoe zeg je: "Mijn dag begint met Nederlands."
Slide 22 - Open vraag
Hoe vraag je: "Wanneer is de volgende les biologie?"
Slide 23 - Open vraag
Hoe vraag je: "Hebben we aardrijkskunde in lokaal 115?"
Slide 24 - Open vraag
Kies de juiste vertaling
"Is Ilse grappig?"
"Is Ilse grappig?"
A
Am Ilse funny?
B
Is Ilse funny?
C
Are Ilse funny?
D
Be Ilse funny?
Slide 25 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Mag ik weg?"
"Mag ik weg?"
A
May I leave?
B
How I leave?
C
Can I leave?
D
Do I leave?
Slide 26 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Vindt hij wiskunde leuk?"
"Vindt hij wiskunde leuk?"
A
Do he likes maths?
B
Does he like maths?
C
Does he likes maths?
D
Do he like maths?
Slide 27 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Vind je vroeg opstaan leuk?"
"Vind je vroeg opstaan leuk?"
A
Do you like getting up early?
B
Does you like getting up early?
C
Can you like getting up early?
D
How you like getting up early?
Slide 28 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Heb jij een zus?"
"Heb jij een zus?"
A
Do have you a sister?
B
Does you have a sister?
C
Does you has a sister?
D
Do you have a sister?
Slide 29 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Hebben zij gym om 3 uur?"
"Hebben zij gym om 3 uur?"
A
Do they have PE at 3 o'clock?
B
Does they have PE at 3 o'clock?
C
Do they has PE at 3 o'clock?
D
Do they have gym at 3 o'clock?
Slide 30 - Quizvraag
Kies de juiste vertaling
"Heeft zij blond haar?"
"Heeft zij blond haar?"
A
Do she have blonde hair?
B
Does she have blonde hair?
C
Does she has blonde hair?
D
Do she has blonde hair?
Slide 31 - Quizvraag
Maak er een vraagzin van
"You like maths."
"You like maths."
Slide 32 - Open vraag
Maak er een vraagzin van
"They study a lot."
"They study a lot."
Slide 33 - Open vraag
Maak er een vraagzin van:
"You have a dog."
"You have a dog."
Slide 34 - Open vraag
Maak er een vraagzin van
"She has a nice smile."
"She has a nice smile."
Slide 35 - Open vraag
Maak de zin ontkennend
"I am in class today."
"I am in class today."
Slide 36 - Open vraag
Maak de zin ontkennend
"You are friendly."
"You are friendly."
Slide 37 - Open vraag
Maak de zin ontkennend
"He is into Dutch."
"He is into Dutch."
Slide 38 - Open vraag
Maak de zin ontkennend
"We are not going outside."
"We are not going outside."
Slide 39 - Open vraag
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
My cat
is playing
in the garden
right now
Slide 40 - Sleepvraag
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
have
We
at home
visitors
every weekend
Slide 41 - Sleepvraag
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
my dog
don't like
My friends
Slide 42 - Sleepvraag
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
Kelly
is practicing
for her test
at the library
this afternoon
Slide 43 - Sleepvraag
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Five past twelve
A quarter to one
Half past twelve
Twelve o'clock
A quarter past twelve
Five to three
Slide 47 - Sleepvraag
End of quiz!
Hoe vond je de quiz gaan?
Hoe vond je de quiz gaan?
😒🙁😐🙂😃
