quiz over Islam

quiz over Islam
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

quiz over Islam

Slide 1 - Tekstslide

ronde 1: algemene kennis

Slide 2 - Tekstslide

1: Hoe heet het heilige boek van de Islam?
A
de Boeddha
B
de Bijbel
C
de Koran
D
de Thora

Slide 3 - Quizvraag

2: Hoe heet de plek waar moslims komen om te bidden?
A
Tripitaka
B
Moskee
C
Kerk
D
Synagoge

Slide 4 - Quizvraag

3: Wat voor symbool wordt meestal gebruikt voor de Islam?
A
Halve maan en een ster
B
Halve ster en een maan
C
een kruis
D
de Koran

Slide 5 - Quizvraag

4: Wanneer begint de moslimkalender?
A
632
B
602
C
640
D
622

Slide 6 - Quizvraag

5:Hoeveel moslims zijn er ongeveer in de hele wereld?
A
1 miljard
B
1,4 miljard
C
2 miljard
D
1,8 miljard

Slide 7 - Quizvraag

ronde 2: Islamitische feesten/vieringen 

Slide 8 - Tekstslide

1: Wat zijn de 2 belangrijkste feestdagen in het Islam?
A
Dag van al-fitr
B
Dag van Al-adha
C
Dag van alles-fitter
D
Dag van Al-aska

Slide 9 - Quizvraag

2: Hoelang duurt het Al-Adha (offerfeest)?
A
4 dagen
B
3 dagen
C
2 dagen
D
1 dag

Slide 10 - Quizvraag

3:Wat houdt ramadan in?
A
Moslims eten en drinken alleen als de zon onder is.
B
Moslims eten als de zon onder is en drinken mag altijd.
C
Moslims drinken als de zon onder is en eten mag altijd.
D
Moslims mogen de hele dag eten en drinken

Slide 11 - Quizvraag

4: Wat doen ze bij het suikerfeest?
A
families eten samen
B
Families gaan bij buren en vrienden op bezoek
C
kinderen krijgen nieuwe kleding, speelgoed en snoep
D
Moslims kleden vaak zich feestelijk

Slide 12 - Quizvraag

5: Waarom wordt het offerfeest gevierd?
A
ter herinning aan de koe dat profeet Ibrahim bracht aan Allah
B
Ter gelegenheid van het boek dat profeet Ibrahim bracht aan Allah
C
ter gelegenheid van het offer dat profeet Ibrahim bracht aan Allah
D
Ter gelegenheid van het offer dat profeet Allah bracht aan Ibrahim

Slide 13 - Quizvraag

Ronde 3: Regels/rituelen

Slide 14 - Tekstslide

1: Wat is een van de 5 regels van de Islam?
A
1 keer per dag bidden
B
6 keer per dag bidden
C
2 keer per dag bidden
D
5 keer per dag bidden

Slide 15 - Quizvraag

2: Wat eten Moslims niet?
A
varkensvlees
B
paardenvlees
C
koeienvlees
D
kippenvlees

Slide 16 - Quizvraag

3: Wat is een besnijdenis?

Slide 17 - Open vraag

4: Wat zijn de 5 regels van de Islam?
5 keer per dag bidden
3 keer per jaar een maand lang vasten
in het openbaar geloofsbelijdenis doen
Aan de armen geven
Een keer in je leven op bedevaart gaan naar Jeruzalem gaan
1 keer per jaar een maand lang vasten
Een keer in je leven op bedevaart naar Mekka gaan
aan de rijken geven
Privé een geloofsbelijdenis doen

Slide 18 - Sleepvraag

5: Wat mag je niet doen in een Moskee?
A
je mag niet met je zonnebril naar binnen
B
je mag niet je familie meebrengen
C
je mag je hond niet meenemen
D
je mag niet met je schoenen naar binnen

Slide 19 - Quizvraag

Ronde 4: het geloof van de Islam

Slide 20 - Tekstslide

1: In hoeveel ware Goden geloven moslims?
A
4
B
2
C
1
D
3

Slide 21 - Quizvraag

2: Hoe heet de enige ware God?
A
God
B
Allah
C
Mohammed
D
Abraham

Slide 22 - Quizvraag

3: Hoe heet een van de profeten van Allah?
A
Jacob
B
Mohammed
C
Isaak
D
Jozef

Slide 23 - Quizvraag

4: Hoe heet het ritueel waarbij een pasgeboren baby een spreuk in zijn oor gefluisterd krijgt?
A
Bismillah
B
aqiqah
C
Adhaan
D
khitan

Slide 24 - Quizvraag

5: Mag een moslimman met een niet moslim vrouw trouwen?
A
ja, maar de eventuele kinderen moeten de godsdienst van de vader krijgen (islam)
B
nee
C
ja, zij mag haar eigen geloof behouden
D
ja, maar dan moet de vrouw zich bekeren tot de islam.

Slide 25 - Quizvraag

ronde 5: Ontstaan van de Islam

Slide 26 - Tekstslide

1: In welke eeuw ontstond de Islam?
A
5de eeuw
B
9de eeuw
C
3de eeuw
D
7de eeuw

Slide 27 - Quizvraag

2: Wie was de eerste leider van de Islam?
A
Mohammed
B
Abraham
C
Achmed
D
Ali

Slide 28 - Quizvraag

3: door wie werd Mohammed opgevolgd na zijn dood?
A
door zijn vrouw
B
door zijn schoonzoon
C
door zijn oudste zoon
D
door zijn beste vriend

Slide 29 - Quizvraag

4: Over welke landen breidt de Islam zich het eerst uit na Mohammeds dood?
A
Italië en Frankrijk
B
Spanje en Noord-Afrika
C
Turkije en Italië
D
India en Pakistan

Slide 30 - Quizvraag

5: Wat betekent de Islamitische term Jihad?
A
proberen zo goed mogelijk te leven
B
bekering
C
heilige oorlog
D
bidden

Slide 31 - Quizvraag