- Ik beschrijf de functie van nucleïnezuren in het lichaam.
- Ik kan in een vraagstuk het begrip erfelijkheid correct toepassen.
- Ik leg het verschil uit tussen DNA en RNA.
- Ik vertaal een DNA sequentie in een RNA sequentie.
- Ik vertaal een RNA sequentie in een aminozuur sequentie.
- Ik gebruik bij bovenstaande leerdoelen de juiste begrippen uit de biochemie (translatie, transcriptie).