Hoofdstuk 3.4 reactievergelijkingen kloppend maken

Reactievergelijkingen kloppend maken
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
Reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken
Lijkt op reactieschema maar dan met symbolen en formules 

Doel is dan ook om deze te kunnen opstellen aan het einde van de les 

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf het reactieschema op van waterstof met stikstof dat ammoniak maakt.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf het reactieschema op van waterstof met stikstof dat ammoniak maakt.

.



Kunnen we hier ook een vergelijking van maken met de molecuulformules die je nu weet? 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf het reactieschema op van waterstof met stikstof dat ammoniak maakt.


Kunnen we hier ook een vergelijking van maken met de molecuulformules die je nu weet? 

H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

Slide 5 - Tekstslide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

We hebben nu een probleem. 
Volgens de wet van massabehoud moet je massa links evengroot zijn als de massa rechts van de pijl.
Massa die je in de reactie stopt komt er ook uit. 

Slide 6 - Tekstslide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

Hier heb ik 2 H voor de pijl en 3 H na de pijl
en 2 N voor de pijl en 1 N na de pijl 

Hoe los ik dit op?

Slide 7 - Tekstslide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

Hoe los ik dit op?

Je mag NIET het index cijfer (rechts onder aanpassen) 

Slide 8 - Tekstslide

Wet van massa behoud
H3 (g)+ N1 (g) --> NH3 (g)

Hoe los ik dit op?

Je mag NIET het index cijfer (rechts onder aanpassen) 
H3 en N1 zijn geen waterstof en stikstof (BrINClHOF)

Slide 9 - Tekstslide

Wet van massa behoud
.... H2 (g)+ .... N2 (g) --> .... NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Slide 10 - Tekstslide

Wet van massa behoud
3 H2 (g)+ 1 N2 (g) --> 2 NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Is rekenen en puzzelen

Slide 11 - Tekstslide

Wet van massa behoud
3 H2 (g)+ N2 (g) --> 2 NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Is rekenen en puzzelen
1 hoef je niet neer te zetten (mag wel) 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
Multiple choice 'quiz' reactie vergelijkingen kloppend maken met wisbordjes 
GEEN RARE TEKENINGEN ETC OP JE WISBORDJE --> inleveren
Daarna nog even oefenen vanuit 'woorden' een kloppende reactievergelijking maken (1/2 stuks)
Dan blad afmaken = huiswerk volgende week. 
einde van de les krijg je je s.o terug van voor de vakantie
S.O is ingepland na de toetsweek = 15 stuks in 25 min

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk het volgende: water + koolstofdioxide --> suiker + zuurstof
dit is een.....
A
reactieschema
B
reactievergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Dit is een
A
reactieschema
B
reactievergelijking

Slide 16 - Quizvraag

klopt deze reactievergelijking?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van P2O5 (getallen horen rechts onder P en O)
A
fosforzuurstof
B
fosforoxide
C
difosforpentazuurstof
D
difosforpentaoxide

Slide 18 - Quizvraag

Welke getallen horen op de puntjes
A
1 , 2 , 3
B
1, 2, 2
C
1, 1 , 2
D
0.5 0.5 1

Slide 19 - Quizvraag

Welke getallen horen op de puntjes
A
1 2 3
B
2 3 1
C
4 2 3
D
4 3 2

Slide 20 - Quizvraag


A
12 12 0 12
B
4 5 2 4
C
6 6 1 6
D
3 3 0,5 3

Slide 21 - Quizvraag


A
1 1,5 1
B
4 6 4
C
2 3 2
D
2 1 3

Slide 22 - Quizvraag


A
1 13 4 5
B
2 13 8 10
C
1 8 3 4
D
1 5 4 5

Slide 23 - Quizvraag


A
4 5 4 3
B
2 5 2 3
C
2 2,5 2 3
D
4 5 4 6

Slide 24 - Quizvraag

Welk getal moet er voor zuurstof?
A
45
B
22,5
C
39
D
19,5

Slide 25 - Quizvraag

Reactievergelijkingen kloppend maken gaat:
A
Super goed!
B
goed
C
okay
D
kan beter

Slide 26 - Quizvraag

Ijzer reageert met zuurstof tot het vaste zout ijzeroxide (Fe2O3) geef het reactieschema en de kloppende vergelijking

Slide 27 - Tekstslide

Water kun je met elektriciteit ontleden tot waterstof en zuurstof. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking 

Slide 28 - Tekstslide

Zelf aan de slag met het blad
Heb je er nog een beetje moeite mee? 
Pak je kruk en kom rondom het bord zitten dan doen we er nog een paar samen! 
Snap je het goed? Ga dan rustig verder, blad moet dinsdag af.

Remember: OEFENING BAART KUNST

Slide 29 - Tekstslide

Methaan kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking

Slide 30 - Tekstslide

Methaan kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking

Slide 31 - Tekstslide

Pentaan kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking

Slide 32 - Tekstslide

Fotosynthese is het omzetten van koolstofdioxide en water tot glucose en zuurstof. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide