In deze les zit 21 slide, met interactieve quiz en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nask
2m
Hoofdstuk 7: elektriciteit
Slide 1 - Tekstslide
klassenregels
telefoon in de telefoontas
device opgeladen bij je
boeken en ruitjesschrift bij je
spullen liggen klaar voor het begin van de les
Slide 2 - Tekstslide
waaruit bestaat een dynamo?
Slide 3 - Open vraag
op welke 2 manieren kan je elektriciteit maken?
Slide 4 - Open vraag
leerdoelen
wanneer loopt er stroom?
waar kan stroom doorheen?
wat is het gevaar van elektriciteit?
Slide 5 - Tekstslide
bespreken huiswerk
opgaven 8 t/m 12
Slide 6 - Tekstslide
spanningsbronnen
Slide 7 - Woordweb
Elektrische stroomkring
Elektriciteit stroomt uitsluitend in
een gesloten kring, de stroomkring.
Een stroomkring bestaat minimaal uit:
- Een spanningsbron,
- Een elektrisch apparaat en
- Aansluitdraden (koper)
Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.
Slide 8 - Tekstslide
Spanning
Spanning is de hoeveelheid energie die aan deeltjes door een spanningsbron wordt meegegeven.
Spanning zorgt ervoor dat bij een gesloten stroomkring
stroom gaat lopen.
Symbool = U
Eenheid van spanning = Volt [V]
Slide 9 - Tekstslide
Stroomsterkte
Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.
Symbool: I Eenheid: ampère (A)
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn geleiders of isolatoren?
Geleider:
- Stroom gaat er makkelijk doorheen
- Lage weerstand
Isolator:
- Stroom wordt veel tegengehouden
- Hoge weerstand
IJzer
Koper
Aluminium
Koolstof
Rubber
Steen
Glas
Kunststof
Slide 11 - Tekstslide
Waar kan stroom doorheen?
Metalen laten stroom door (geleid wel) - een stof die stroom doorlaat > geleider - koolstof is ook een geleider
Kunststof laat geen stroom door (geleid niet) - stroomdraden zijn geïsoleerd met kunststof - kunststof is een isolator > een stof die geen stroom doorlaat
Slide 12 - Tekstslide
7.2 De stroomkring
Om te onthouden!
Elektriciteit gebruik je om elektrische apparaten te laten werken.
Er ontstaat een stroom als je een spanningsbron hebt en een gesloten stroomkring.
De spanning bepaalt de energie die een stroom heeft. De eenheid van spanning is volt (V).
De stroomsterkte geeft de grootte van de stroom aan in ampère (A).
Geleiders laten elektrische stroom door. Metalen en koolstof zijn geleiders.
Isolatoren laten de stroom niet door. Kunststof is een isolator.
Hoe gevaarlijk elektriciteit is, hangt af van de stroomsterkte door je lichaam.
Slide 13 - Tekstslide
Volgende week
Slide 14 - Tekstslide
Regels schakeling tekenen
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen RECHT horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn
Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities
Slide 15 - Tekstslide
Schakelschema tekenen
Slide 16 - Tekstslide
Serie schakelingen
1 apparaat kapot= niks doet het meer Handig voor schakelingen met een schakelaar
Slide 17 - Tekstslide
Parallel schakelingen
1 apparaat kapot = de rest doet het nog gewoon Meest voorkomende in huizen
Slide 18 - Tekstslide
Ampère meter
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld schakelschema
Slide 20 - Tekstslide
Regels schakeling tekenen
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen RECHT horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn
Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities