les 14 NLA2

Separabele verba & reflexieve verba
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Separabele verba & reflexieve verba

Slide 1 - Tekstslide

Reflexieve verba & vaste voorzetsels

Slide 2 - Tekstslide

Welke voorzetsels ken je?

Slide 3 - Woordweb

Ik pas mij ______ jouw regels aan.
(zich aanpassen)
A
aan
B
op
C
met
D
over

Slide 4 - Quizvraag

Jan schaamt zich ____ zijn tanden.
(zich schamen)
A
op
B
over
C
aan
D
voor

Slide 5 - Quizvraag

Ik verheug mij ___ jullie bruiloft
(zich verheugen)
A
op
B
met
C
aan
D
voor

Slide 6 - Quizvraag

Ik heb mij vergist ____ de datum
(zich vergissen)
A
op
B
in
C
met
D
over

Slide 7 - Quizvraag

Ik bereid mij voor ___ het examen
(zich vergissen)
A
op
B
voor
C
met
D
aan

Slide 8 - Quizvraag

Separabele verba in de verleden tijd

Slide 9 - Tekstslide

Ik zet de tv uit
A
ik zetten de tv uit
B
ik zat de tv uit
C
ik zette de tv uit
D
ik zot de tv uit

Slide 10 - Quizvraag

Ik drink een glas melk op
A
Ik dronk een glas melk op
B
ik drinkte een glas melk op
C
Ik drinkde een glas melk op
D
ik drank een glas melk op

Slide 11 - Quizvraag

Zij bieden mij een baan aan
A
zij baden mij een baan aan
B
zij boden mij een baan aan
C
zij biedden mij een baan aan
D
zij biedten mij een baan aan

Slide 12 - Quizvraag

Wij eten een pizza op
A
wij eetten een pizza op
B
wij aten een pizza op
C
wij eetden een pizza op
D
wij oten een pizza op

Slide 13 - Quizvraag

Reflexieve verba in de verleden tijd
(regelmatig + onregelmatig)

Slide 14 - Tekstslide

Ik erger me aan dit programma
A
ik ergerde me aan dit programma
B
ik oerger me aan dit programma
C
ik arger me aan dit programma
D
ik ergerte me aan dit programma

Slide 15 - Quizvraag

ik verveel me op school
A
ik verveelte me op school
B
ik verveelde me op school
C
ik vervoel me op school
D
ik verviel me op school

Slide 16 - Quizvraag

Ik schrijf me in bij de sportschool
A
ik schrijfde in me bij de sportschool
B
ik schrijfte me in bij de sportschool
C
ik schreef me in bij de sportschool
D
ik schroef me in bij de sportschool

Slide 17 - Quizvraag

Ik bedenk me
A
ik bedenkte me
B
ik bedachte me
C
ik bedacht me
D
ik me bedacht

Slide 18 - Quizvraag

Ik stel me voor
A
ik stelde voor me
B
ik stelde me voor
C
ik stiel me voor
D
ik stoel me voor

Slide 19 - Quizvraag