Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zinsdeelzinnen, vwo 2
Zinsdelen en zinsdeelzinnen
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsdelen en zinsdeelzinnen
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige lessen?
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Hoofdzinnen en bijzinnen
Slide 2 - Tekstslide
Een samengestelde zin:
A
heeft maar één persoonsvorm
B
heeft maar twee persoonsvormen
C
heeft twee of meer persoonsvormen
D
heeft geen persoonsvorm
Slide 3 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld?
Fenna heeft vanmiddag haar toets geleerd, omdat ze vanavond moet oppassen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 4 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld?
Ik moet de banden van mijn fiets nodig oppompen!
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 5 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld?
Waar gaan jullie dit jaar naartoe op vakantie?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 6 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld?
Ik zal niet snel vergeten dat Marit zomaar voor mij een muffin meebracht.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 7 - Quizvraag
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
A
een bijzin en een bijzin
B
een hoofdzin
C
een hoofdzin met één of meer bijzinnen
D
een bijzin en een hoofdzin
Slide 8 - Quizvraag
Als je een samengestelde zin vragend maakt:
A
komt de persoonsvorm van de bijzin vooraan te staan
B
komt de persoonsvorm van de hoofdzin vooraan te staan
Slide 9 - Quizvraag
Wat is géén kenmerk van een hoofdzin?
A
onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar
B
de persoonsvorm staat vaak achter in de zin
C
de persoonsvorm staat voor in de zin
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de zinsopbouw?
Dat je Sem meeneemt naar de laatste schoolavond, is een goed idee.
A
hoofdzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
bijzin-hoofdzin
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de zinsopbouw?
Zodra de training voorbij is, moet je meteen naar huis komen.
A
hoofdzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
bijzin-hoofdzin
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de zinsopbouw?
Ik dacht dat we naar de bioscoop gingen.
A
hoofdzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
bijzin-hoofdzin
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de zinsopbouw?
Als ik thuis ben, spring ik gelijk onder de douche.
A
hoofdzin-hoofdzin
B
hoofdzin-bijzin
C
bijzin-hoofdzin
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de zinsopbouw?
Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
nevenschikkend (hz+hz)
B
onderschikkend (hz+bz)
Slide 15 - Quizvraag
NIEUWE LESSTOF
Zinsdelen en zinsdeelzinnen
Slide 16 - Tekstslide
Verschil zinsdeel - zinsdeelzin
Een enkelvoudige zin bestaat uit
zinsdelen
.
Het / regende / gisteren.
Een samengestelde zin kan ook nog één of meer
zinsdeelzinnen
bevatten. Die zinsdeelzinnen hebben hun eigen persoonsvorm en zijn altijd
bijzinnen
.
[bz=Omdat het gisteren regende], [hz=zijn we niet naar buiten gegaan].
Slide 17 - Tekstslide
Verschil zinsdeel - zinsdeelzin
Dus: een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een
persoonsvorm
in staat.
Je kunt van een zinsdeel een
zinsdeelzin
maken door er een persoonsvorm in te zetten. Bijv.:
De winnaar van de quiz ontvangt een prijs.
[Wie de quiz
wint
] ontvangt een prijs.
Slide 18 - Tekstslide
Zinsdeelzinnen benoemen
De zinsdeelzinnen (=bijzinnen) hebben net als zinsdelen een
functie
in de gehele zin.
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
onderwerpszin (ow-zin)
lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
bijwoordelijkebepalingszin (bwb-zin)
Slide 19 - Tekstslide
Hoe kom je erachter welke
functie
de bijzin heeft
(ow, lv, mv, bwb, etc.)? Zie lesboek.
Bepaal wat de hoofdzin is door de zin vragend te maken: de pv van de hoofdzin komt dan vooraan te staan.
Geef het begin en het einde van de bijzin aan.
Vul in plaats van de bijzin een woordgroep in.
Ontleed de hoofdzin.
Bepaal ten slotte de functie van de woordgroep (=bijzin).
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld bijzin benoemen
Je gaat me toch niet vertellen dat de politie niet heeft uitgezocht wie de inbraak gepleegd hebben?
Hoofdzin: [Je gaat me toch niet vertellen]
ow = je; wg = gaat vertellen; me = mv; bwb = toch, niet
Bijzin: [dat de politie niet heeft uitgezocht wie de inbraak gepleegd hebben] =
lv-zin
Slide 21 - Tekstslide
Even oefenen...
Slide 22 - Tekstslide
Een zinsdeel of zinsdeelzin?
DE DEELNEMERS AAN DE PRIJSVRAAG moeten een enquête invullen.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin
Slide 23 - Quizvraag
Een zinsdeel of zinsdeelzin?
TOEN DE FILM AFGELOPEN WAS, spoedde hij zich naar het toilet.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin
Slide 24 - Quizvraag
Een zinsdeel of zinsdeelzin?
ALS AZ KAMPIOEN WORDT, eet ik mijn schoenen op!
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin
Slide 25 - Quizvraag
Maak van het in hoofdletters geschreven zinsdeel een zinsdeelzin.
DOOR DE BOSBRAND moesten de kangoeroes op de vlucht.
Slide 26 - Open vraag
Weektaak: maak opdracht 1, 2 en 3 uit je lesboek
(blz. 227).
Slide 27 - Tekstslide
Open je eigen winkel
Thomas S, Thomas, Joeri en Mees
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2F: zinsdeelzinnen
December 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2ha Grammatica Zinsdelen - H6
February 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zinsdeelzinnen
March 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
BSR 29/01 2ha Grammatica ZD 11 Zinsdeelzinnen
January 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
NN6 - HV2 - H6 - Zinsdeelzinnen
February 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NN6 HV2 - H6: Zinsdeelzinnen herh.
November 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NN6 HV2 - H6: Zinsdeelzinnen
November 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zinsdeelzinnen
March 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2