2F: zinsdeelzinnen

Grammatica - zinsdelen H6
Zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica - zinsdelen H6
Zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
'Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.'

Slide 3 - Open vraag

Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
'Heeft Herman Boord dit museum ooit een van zijn schilderijen geschonken?'

Slide 4 - Open vraag

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 6 - Tekstslide

Daniël had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quizvraag

Mattia heeft zijn tas al ingepakt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quizvraag

Hoofd- en bijzinnen
Als een zin twee persoonsvormen heeft, is het een samengestelde zin. Deze samengestelde zin bestaat uit hoofdzinnen of hoofd- en bijzinnen.

Slide 9 - Tekstslide

Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan

Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.

Slide 10 - Tekstslide

Toen de zomervakantie dichtbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 11 - Quizvraag

Daniël had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 12 - Quizvraag

Maakt deze nieuwe sport een kans?
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 13 - Quizvraag

Zinsdeelzinnen

Slide 14 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. Je zet dan strepen om de bijzin. Dit is één zinsdeel.

Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.

Slide 15 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
  • onderwerpszin (ow-zin)
  • lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
  • meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
  • bijwoordelijke bepalingszin (bwb-zin), 'bijwoordelijke bijzin'

Slide 16 - Tekstslide

Zinsdeelzin: hoe pak je dit aan?
Stap 1: Zoek de persoonsvorm(en). Zet de zin in een andere tijd.
Stap 2: Bepaal of de zin enkelvoudig of samengesteld is.
Stap 3: Samengesteld? Zijn het twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin?
Stap 4: Is de zin een bijzin? Zet dan strepen om de zin, zodat het een zinsdeel wordt.
Stap 5: Benoem de zin (ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin). 

Slide 17 - Tekstslide

Optie 1: 'Ik snap het'
- Zelfstandig aan de slag met de opdrachten van H6
Optie 2: 'Ik wil nog wat hulp'
- Opdracht 1 en 2 samen maken

Slide 18 - Tekstslide

Kies je voor optie 1 of 2?

Slide 19 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag