Paragraaf 4.3

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Zet je webcam aan, microfoon uit! 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Zet je webcam aan, microfoon uit! 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Herhaling paragraaf 4.2 
- Uitleg paragraaf 4.3

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Neem voor je blz. 65 van je werkboek. We gaan opgave 1+2 bespreken. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.3
- Hoe Europa verdeeld was en is
- Hoe de groei van de welvaart eruit ziet in Oost-Europa
- Welke gunstige locatiefactoren Oost-Europa heeft
- Waarom er tegenstellingen zijn tussen hoofdsteden en het platteland 
- Welke migratiepatronen er zijn binnen de EU

Slide 4 - Tekstslide

Politieke factoren als oorzaken van ontwikkeling en migratie in Oost-Europa

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

  • Verdeling Europa: vroeger en nu
  • (Groei) va
4.3 Oost-Europa: ontwikkeling en migratie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Oost & West
Kapitalisme
Land waar de productie wordt geleid door particuliere ondernemers.
Communisme
Land waar de productie centraal wordt geleid door de staat.
Planeconomie
Economisch systeem waarin de regering bepaalt welke goederen worden gemaakt en welke diensten worden aangeboden; communistisch productiesysteem.
Vrijemarkteconomie
Economisch systeem waarin de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden; kapitalistisch productiesysteem.
Basisbehoeften
Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Schengenlanden
Landen die hun onderlinge grenzen hebben opgeheven. Vrij verkeer van personen is hierdoor mogelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

De prijs van producten worden bepaald door vraag en aanbod. Dit past het best bij?
A
Kapitalisme
B
Communisme

Slide 21 - Quizvraag

Welke woorden horen bij kapitalisme?
A
Vrijheid, Plan-economie, dictatuur
B
Dictatuur, vrijemarkteconomie, geen vrijheid
C
Vrijheid, vrijemarkteconomie, democratie
D
Dictatuur, planeconomie, geen vrijheid

Slide 22 - Quizvraag

Wat past niet bij het communisme?
A
Ongelijkheid
B
Arbeiders aan de macht
C
Tegen kapitalisme
D
Einde aan de klassenmaatschappij

Slide 23 - Quizvraag

Westen
Oosten
Kapitalisme
Communisme
Planeconomie
Vrijemarkteconomie

Slide 24 - Sleepvraag

Planeconomie is
A
Kapitalistisch
B
Communistisch

Slide 25 - Quizvraag

Planeconomie is
A
Kapitalistisch
B
Communistisch

Slide 26 - Quizvraag