Taal

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taalles maandag 29 maart 2021

Wat is een zelfstandig naamwoord? (znw)

1. Wijst iets aan
2. Is een woord zoals de, het of een
3. Is een woord voor een mens, dier, plant of ding
4. Zegt wat iets of iemand doet

Wat is een lidwoord? (lw)

1. De, het of een
2. Woorden die iets over een ander woord zeggen
3. En, maar of omdat
4. Wijst iets aan

Wat is een werkwoord? (ww)

1. Plakt 2 zinnen aan elkaar
2. Is een woord voor een mens, dier, plant of ding
3. Vertelt waar of hoe iets gebeurt
4. Zegt wat iets of iemand doet of overkomt

Welke woordsoort vertelt iets over een zelfstandig naamwoord?

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Voorzetsel

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

1. Wijst iets aan
2. Plakt zinnen aan elkaar
3. Vertel iets
4. Benoemt iets

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Wijst iets aan
2. Verwijst naar een persoon, een groep of voorwerpen
3. Benoemd personen
4. Zegt wat iemand doet

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. Woorden zoals ik, zij, wij
2. Geeft aan wat een persoon niet bezit
3. Vertel iets hoe het is gebeurt
4. Geeft aan wat het bezit is van een persoon

Typ 3 voorzetsels
(tip:denk aan het vogelkooitje)

Typ 10 telwoorden

Typ 3 voegwoorden
(een voegwoord verbindt 2 zinnen met elkaar)

Er was eens een 'jury' in Veere

1. zelfstandig naamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

'Ze' vonden mij grappig

1. persoonlijk voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. lidwoord
4. zelfstandig naamwoord

'Ons' bandje geeft een optreden.

1. persoonlijk voornaamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Wij laten 'nieuwe' nummers horen

1. zelfstandig naamwoord
2. voorzetsel
3. bijvoeglijk naamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Wil je het 'concert' meemaken?

1. voorzetsel
2. telwoord
3. voegwoord
4. werkwoord

Laten we een 'dvd' opzetten.

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. voorzetsel

De weerman 'voorspelt' regen voor morgen.

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. telwoord
4. lidwoord

'We' kunnen een bioscoop bezoeken.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. geen voornaamwoord

Dat is een 'grote' bak met ijs.

1. telwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord