6.4 Mensen in het zand - en losslandschap

6.4 : mensen in het zand - en losslandschap
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

6.4 : mensen in het zand - en losslandschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in Nederland komt het zandlandschap voor?
* Het zandlandschap bedekt grote delen van Oost-Nederland.
* Het noordelijke deel (Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Overijssel) is een laag glooiend gebied waar keileem en dekzand aan het oppervlak liggen.
* In het middelste deel (Utrecht, Gelderland, Zuid-Overijssel) bevinden zich stuwwallen zoals de Veluwe en daarbij laaggelegen glooiende dekzandgebieden.
* Het zuidelijke deel (Noord-Brabant en Noord- en Midden-Limburg)
is een vrij vlak gebied. Hier zijn enkele glooiende zandverstuivingen
te vinden, waar voornamelijk dekzand en oude rivierzanden aan het 
oppervlak te vinden zijn.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van het zandlandschap:
* Weichselien (116.000-12.000 jr. geleden) is de laatste ijstijd
* Noordzee lag droog (Toendra)
* Dekzand: Wind heeft zand, landinwaarts verplaatst 



                                                                                  Dekzand:
Het huidige zandlandschap is onder andere resultaat van de lagen dekzand die tijdens de laatste ijstijd door eolische afzetting in Nederland terecht zijn gekomen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dekzand                                                       landschap

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bemestingsysteem
De zandlandschap wordt al duizenden jaren bewoond.
De bodem in het zandlandschap is onvruchtbare.
Om toch akkerbouwen moesten ze de bodem vruchtbaar maken            bemesting

Bemesting
Door schapen te houden werden er dikke plakken mest gecreeërd. Deze mest werd in plaggen uitgestoken en met de zandgrond gemengd zodat de grond vruchtbaar werd  

De schapen graasden op de heide  
De boeren hadden een gemengd bedrijf.
Extensive veeteelt
Kleine kuddes die rond trekken over de heide
Zand met mest uit de potstal
Zand
Es(dorp)
De akker van het dorp was te vinden net buiten het dorp. Dit wordt een Es genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Veranderingen in het zandlandschap

Verandering tussen 1900 en 1950
Kunstmest wordt in 1900 uitgevonden het potstalsysteem wordt daadoor overbodig.

Heidevelden werden ontgonnen en geschikt gemaakt voor landbouw.

De meeste boeren verbouwden graan, maar door overproductie dalende graanprijzen. 
De boeren moesten iets anders gaan doen en gingen zicht specialiseren en schakelden over op veeteelt.



Slide 9 - Tekstslide

Twaalfduizend jaar lang is er een tekort aan. Twaalfduizend jaar lang gooien boeren van alles op hun akkers om maar méér van dit stofje bij hun gewassen te krijgen: van hooi tot haver, van blubber tot bloed, van zeewier tot zeespons, tot – jawel – menselijke uitwerpselen. In sommige steden kopen boeren zelfs een ‘beerbiljet’ om ‘s nachts beerputten leeg te mogen scheppen.
https://decorrespondent.nl/11608/de-belangrijkste-uitvinding-van-de-20ste-eeuw-houdt-ons-in-leven-en-is-een-ramp-voor-het-milieu-de-oplossing-minder-vlees-eten/23169304010864-77805804#:~:text=Dat%20heeft%20alles%20te%20maken,bereiden%3A%20d%C3%A9%20grondstof%20voor%20stikstofkunstmest.
Gevolgen van de veranderingen 
  • Overal verschenen voedersilo's en megastallen
  • Duizenden kippen, runderen en varkens
  • Ruilverkaveling          rechte sloten en kavels

De concentratie van vee is schadelijk voor de natuur. 
Uitstoot van ammoniak         stikstof        vermesting: de bodem wordt rijker aan voedingsstoffen waardoor de biodiversiteit achteruit gaat. Er blijven minder soorten planten en dieren over.

Als er planten verdwijnen, sterven ook de dieren uit die van die planten leven. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INTENSIEVE veeteelt
veel vee per hectare 
megastallen met grote hoeveelheden vee

EXTENSIEVE veeteelt
weinig vee per hectare
vooral in de onherbergzame gebieden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in Nederland komt het lösslandschap voor?
Löss is in Nederland voornamelijk te vinden in Zuid-Limburg. Plaatselijk is ook löss afgezet langs de oostelijke kant van de stuwwal bij Arnhem en Nijmegen.   




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lösslandschap:
*Löss bestaat uit zeer fijne korrels, die kleiner zijn dan die in dekzand.
*Löss bestaat voor zo'n 75% uit kwartskorrels. Dekzand is 'arm' zand, het bevat weinig voedingsstoffen. Löss daarentegen is zeer vruchtbaar.
* De vlakke stukken worden vaak gebruikt voor akkerbouw en veeteelt; op de steilere hellingen groeien bossen. 



*Verder zijn kenmerkend de holle wegen. Dit zijn diepe erosiegeulen, uitgesleten door het van het plateau afstromende water.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mergel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graften

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusies:
  • Löss bestaat uit zeer fijne korrels.
  • De bovenste lagen van het lösslandschap zijn in het Weichselien (laatste ijstijd) afgezet. 
  • Door de harde winden werd er uit de droge Noordzee löss afgezet en meegevoerd .
  • Lössgrond is zeer vruchtbaar, prefect voor akkerbouw en veeteelt. 
  • Het lösslandschap komt voor in Zuid-Limburg en in mindere mate bij Arnhem en Nijmegen.
  • kenmerkend voor het lösslandschap zijn de holle wegen (diepe erosiegeulen, uitgesleten door het van het plateau afstromende water)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zandlandschap
veenlandschap
rivierlandschap

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zandlandschap
Rivierlandschap
Veenlandschap
Zeekleilandschap

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Duinlandschap
Hoogveenlandschap
Laagveenlandschap
Lösslandschap
Zeekleilandschap
Zandlandschap
Rivierkleilandschap

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke foto hoort bij welk landschap?
Laagveenlandschap
Zeekleilandschap
Duinlandschap

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk landschap hoort bij welke foto? Sleep het landschap naar de juiste foto.
Duinlandsschap
zeekleilandschap
veenlandschap
zandlandschap
Lösslandschap
rivierkleilandschap

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeekleilandschap
laagveenlandschap
Rivierlandschap
Duinlandschap
Heuvellandschap
Zandlandschap
voormalig hoogveenlandschap

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rivierkleilandschap
Lösslandschap
Hoogveenlandschap
Zandlandschap
Komt voor in het zuiden van Limburg. Gebied met fijn stofzand en grote hoogteverschillen.
Langgerekt gebied langs de rivieren. Je ziet er veel grasland en fruitbomen.
Heeft hoogteverschillen. Heeft grasland, akkerland en veel natuurgebieden zoals bos en hei
Open en vlak gebied met rechte kanalen. Veel grasland en langerekte dorpen.

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies